Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
fast
|
|
abstineren; vasten
|
Adjective | Traducciones relacionadas | Other Translations |
-
|
flink; fors; sterk
|
|
Modifier | Traducciones relacionadas | Other Translations |
fast
|
degelijk; solide; stevig
|
gelijkmatig; gestaag; hecht
|
häftig
|
ferm; flink; fysiek sterk; krachtig; sterk; stevig
|
fel; felle; gaaf; heftig; hevig; mieters; onmatig; pittig; schitterend; straf; tof; verwoed
|
häftigt
|
ferm; flink; fysiek sterk; krachtig; sterk; stevig
|
erg; fel; felle; gaaf; heftig; hevig; intens; krachtig; mieters; onmatig; pittig; schitterend; straf; tof; verwoed
|
kraftigt
|
ferm; flink; fysiek sterk; krachtig; sterk; stevig
|
corpulent; dik; doortastend; drastisch; erg; fel; ferm; fors; forse; gezet; grof; grofgebouwd; heftig; hevig; intens; klemmend; krachtdadig; krachtig; levenskrachtig; lijvig; lomp; massief; met een krachtige uitwerking; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; niet hol; omvangrijk; potig; robuust; ruw; sterk; struis; uitdrukkelijk; vitaal; volumineus; zwaar; zwaargebouwd; zwaarlijvig
|
muskulös
|
ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd
|
gespierd
|
muskulöst
|
ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd
|
gespierd
|
robust
|
degelijk; flink; fors; potig; solide; stevig
|
grof; grofgebouwd; lomp; ruw
|
stabilt
|
stabiel; stevig
|
bestendig; constant
|
stadig
|
degelijk; solide; stabiel; stevig
|
corpulent; dik; gelijkmatig; gestaag; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
stadigt
|
stabiel; stevig
|
bestendig; constant; corpulent; dik; gezet; grof; grofgebouwd; lijvig; lomp; ruw; zwaarlijvig
|
stark
|
ferm; flink; fors; fysiek sterk; krachtig; potig; sterk; stevig
|
geconcentreerd; hel; van sterk gehalte
|
starkt
|
ferm; flink; fors; fysiek sterk; krachtig; potig; sterk; stevig
|
alcoholisch; geestrijk; hel; rijk aan alcohol
|
stel conversation
|
hartig; pittig; pittig gesprek; stevig
|
|
stor och kraftigt
|
fors; stevig
|
|
stort
|
flink; fors; potig; stevig
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; breed; dik; enorm; fantastisch; flink; fors; geweldig; grandioos; groot; groots; grootschalig; hooggespannen; lang; lijvig; magnifiek; omvangrijk; ontzettend groot; reuze; schitterend; uit de kluiten gewassen; uitnemend; uitstekend; vet; volumineus; voortreffelijk; zwaar van lijf
|
stå på
|
ferm; fiks; flink; stevig
|
|
ståndaktig
|
stabiel; stevig
|
|
ståndaktigt
|
stabiel; stevig
|
onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; vasthoudend; volhardend
|
välbyggt
|
ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd
|
goedgebouwd; goedgevormd; welgebouwd; welgeschapen; welgevormd
|