Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. hamer:
  2. hameren:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de hamer de neerlandés a sueco

hamer:

hamer [de ~ (m)] sustantivo

  1. de hamer (slaghamer)
    hammare; mindre klubba; trähammare

Translation Matrix for hamer:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
hammare hamer; slaghamer slaghamers
mindre klubba hamer; slaghamer
trähammare hamer; slaghamer slaghamers

Palabras relacionadas con "hamer":

  • hameren, hamers, hamertje, hamertjes

Definiciones relacionadas de "hamer":

  1. stuk gereedschap met ijzeren kop op steel1
    • hij sloeg de spijker met een hamer in het hout1

Wiktionary: hamer

hamer
noun
  1. werktuig dat kan worden gebruikt om te slaan

Cross Translation:
FromToVia
hamer hammare hammer — tool
hamer hammare Hammer — Werkzeug bestehend aus Hammerkopf und Stiel
hamer hammare marteau — Outil percuteur
hamer portklapp marteau — Petite tringle de bois d’un piano
hamer hammare marteau — Osselet de l’oreille

hameren:

hameren verbo (hamer, hamert, hamerde, hamerden, gehamerd)

  1. hameren (bonken; slaan; rammen)
    slå; hammra
    • slå verbo (slår, slog, slagit)
    • hammra verbo (hammrar, hammrade, hammrat)
  2. hameren (kloppen met een hamer)
    hamra; bulta
    • hamra verbo (hamrar, hamrade, hamrat)
    • bulta verbo (bultar, bultade, bultat)
  3. hameren (blijven herhalen)

Conjugaciones de hameren:

o.t.t.
  1. hamer
  2. hamert
  3. hamert
  4. hameren
  5. hameren
  6. hameren
o.v.t.
  1. hamerde
  2. hamerde
  3. hamerde
  4. hamerden
  5. hamerden
  6. hamerden
v.t.t.
  1. heb gehamerd
  2. hebt gehamerd
  3. heeft gehamerd
  4. hebben gehamerd
  5. hebben gehamerd
  6. hebben gehamerd
v.v.t.
  1. had gehamerd
  2. had gehamerd
  3. had gehamerd
  4. hadden gehamerd
  5. hadden gehamerd
  6. hadden gehamerd
o.t.t.t.
  1. zal hameren
  2. zult hameren
  3. zal hameren
  4. zullen hameren
  5. zullen hameren
  6. zullen hameren
o.v.t.t.
  1. zou hameren
  2. zou hameren
  3. zou hameren
  4. zouden hameren
  5. zouden hameren
  6. zouden hameren
diversen
  1. hamer!
  2. hamert!
  3. gehamerd
  4. hamerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for hameren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
slå hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bulta hameren; kloppen met een hamer beuken; fijnwrijven; hengsten; kloppen; lillen; rammen; stompen; trillen
hammra bonken; hameren; rammen; slaan
hamra hameren; kloppen met een hamer fijnwrijven; hard slaan; hengsten; meppen; rammen; slaan; stompen; timmeren
slå bonken; hameren; rammen; slaan dichtslaan; dichtwerpen; een klap geven; een opdonder verkopen; fijnwrijven; frapperen; grijpen; hard slaan; hengsten; krenken; kwetsen; maaien; meppen; slaan; timmeren; toeslaan
ständigt blijven herhalen; hameren
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
ständigt aldoor; almaar; altijd; altijddurend; blijvend; constant; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; steevast; telkens; uitentreuren; voortdurend; voortgezet

Palabras relacionadas con "hameren":


Wiktionary: hameren


Cross Translation:
FromToVia
hameren hamra hammer — to strike repeatedly with a hammer, some other implement, the fist, etc

Traducciones relacionadas de hamer