Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. vouwen:
  2. vouw:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de vouwen de neerlandés a sueco

vouwen:

vouwen verbo (vouw, vouwt, vouwde, vouwden, gevouwd)

  1. vouwen (opvouwen)
    vecka; vika; lägga i veck
    • vecka verbo (veckar, veckade, veckat)
    • vika verbo (viker, vikte, vikt)
    • lägga i veck verbo (lägger i veck, lade i veck, lagt i veck)

Conjugaciones de vouwen:

o.t.t.
  1. vouw
  2. vouwt
  3. vouwt
  4. vouwen
  5. vouwen
  6. vouwen
o.v.t.
  1. vouwde
  2. vouwde
  3. vouwde
  4. vouwden
  5. vouwden
  6. vouwden
v.t.t.
  1. heb gevouwd
  2. hebt gevouwd
  3. heeft gevouwd
  4. hebben gevouwd
  5. hebben gevouwd
  6. hebben gevouwd
v.v.t.
  1. had gevouwd
  2. had gevouwd
  3. had gevouwd
  4. hadden gevouwd
  5. hadden gevouwd
  6. hadden gevouwd
o.t.t.t.
  1. zal vouwen
  2. zult vouwen
  3. zal vouwen
  4. zullen vouwen
  5. zullen vouwen
  6. zullen vouwen
o.v.t.t.
  1. zou vouwen
  2. zou vouwen
  3. zou vouwen
  4. zouden vouwen
  5. zouden vouwen
  6. zouden vouwen
diversen
  1. vouw!
  2. vouwt!
  3. gevouwd
  4. vouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vouwen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
vecka week
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
lägga i veck opvouwen; vouwen
vecka opvouwen; vouwen rimpelen
vika opvouwen; vouwen omknikken; samenvouwen; wijken

Palabras relacionadas con "vouwen":


Wiktionary: vouwen


Cross Translation:
FromToVia
vouwen vika fold — bend (thin material) over
vouwen knäppa falten — verschränken
vouwen vecka; vika; rynka falten — umbiegen und zusammenlegen
vouwen vecka plier — Mettre en double... (sens général)

vouwen forma de vouw:

vouw [de ~] sustantivo

  1. de vouw (ezelsoor)
    hundöra

Translation Matrix for vouw:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
hundöra ezelsoor; vouw

Palabras relacionadas con "vouw":


Traducciones relacionadas de vouwen