Resumen


Neerlandés

Traducciones detalladas de arrangeren de neerlandés a sueco

arrangeren:

arrangeren verbo (arrangeer, arrangeert, arrangeerde, arrangeerden, gearrangeerd)

  1. arrangeren (orkestreren; instrumenteren)
    arrangera; orkestrera
    • arrangera verbo (arrangerar, arrangerade, arrangerat)
    • orkestrera verbo (orkestrerar, orkestrerade, orkestrerat)
  2. arrangeren (iets op touw zetten; regelen)
    anordna; ordna; arrangera; organisera
    • anordna verbo (anordnar, anordnade, anordnat)
    • ordna verbo (ordnar, ordnade, ordnat)
    • arrangera verbo (arrangerar, arrangerade, arrangerat)
    • organisera verbo (organiserar, organiserade, organiserat)
  3. arrangeren (regelen; afspreken; bedisselen)
    ordna; organisera
    • ordna verbo (ordnar, ordnade, ordnat)
    • organisera verbo (organiserar, organiserade, organiserat)
  4. arrangeren (indelen; ordenen; groeperen; systematiseren)
    gruppera
    • gruppera verbo (grupperar, grupperade, grupperat)

Conjugaciones de arrangeren:

o.t.t.
  1. arrangeer
  2. arrangeert
  3. arrangeert
  4. arrangeren
  5. arrangeren
  6. arrangeren
o.v.t.
  1. arrangeerde
  2. arrangeerde
  3. arrangeerde
  4. arrangeerden
  5. arrangeerden
  6. arrangeerden
v.t.t.
  1. heb gearrangeerd
  2. hebt gearrangeerd
  3. heeft gearrangeerd
  4. hebben gearrangeerd
  5. hebben gearrangeerd
  6. hebben gearrangeerd
v.v.t.
  1. had gearrangeerd
  2. had gearrangeerd
  3. had gearrangeerd
  4. hadden gearrangeerd
  5. hadden gearrangeerd
  6. hadden gearrangeerd
o.t.t.t.
  1. zal arrangeren
  2. zult arrangeren
  3. zal arrangeren
  4. zullen arrangeren
  5. zullen arrangeren
  6. zullen arrangeren
o.v.t.t.
  1. zou arrangeren
  2. zou arrangeren
  3. zou arrangeren
  4. zouden arrangeren
  5. zouden arrangeren
  6. zouden arrangeren
diversen
  1. arrangeer!
  2. arrangeert!
  3. gearrangeerd
  4. arrangerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for arrangeren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
anordna achterban
organisera organiseren; regelen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
anordna arrangeren; iets op touw zetten; regelen een regeling treffen; een schikking treffen; een vergelijk treffen; inrichten; installeren
arrangera arrangeren; iets op touw zetten; instrumenteren; orkestreren; regelen inrichten; installeren
gruppera arrangeren; groeperen; indelen; ordenen; systematiseren classificeren; groep; groeperen; rangschikken
ordna afspreken; arrangeren; bedisselen; iets op touw zetten; regelen archiveren; bevelen; bewaren; classificeren; dicteren; gebieden; gelasten; iets regelen; in het gelid stellen; inrichten; installeren; op orde brengen; opbergen; opslaan; ordenen; rangeren; rangordenen; rangschikken; rechtmaken; regelen; reglementeren; scharen; schiften; schikken; sorteren; uitzoeken; voorschrijven
organisera afspreken; arrangeren; bedisselen; iets op touw zetten; regelen coördineren
orkestrera arrangeren; instrumenteren; orkestreren

Wiktionary: arrangeren


Cross Translation:
FromToVia
arrangeren anpassa; ordna; anrätta; tillaga; frisera; tilltyga; förlika; försona; passa accommoderdonner, procurer de la commodité.
arrangeren arrangera; inreda arrangerarranger (transitive) (fr)
arrangeren arrangera; inreda disposerarranger, mettre dans l’ordre le plus convenable.