Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. beamen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de beamen de neerlandés a sueco

beamen:

beamen verbo (beaam, beaamt, beaamde, beaamden, beaamd)

  1. beamen (bevestigen; onderschrijven; staven)
    bejaka; samtycka till
    • bejaka verbo (bejakar, bejakade, bejakat)
    • samtycka till verbo (samtycker till, samtyckte till, samtyckt till)

Conjugaciones de beamen:

o.t.t.
  1. beaam
  2. beaamt
  3. beaamt
  4. beamen
  5. beamen
  6. beamen
o.v.t.
  1. beaamde
  2. beaamde
  3. beaamde
  4. beaamden
  5. beaamden
  6. beaamden
v.t.t.
  1. heb beaamd
  2. hebt beaamd
  3. heeft beaamd
  4. hebben beaamd
  5. hebben beaamd
  6. hebben beaamd
v.v.t.
  1. had beaamd
  2. had beaamd
  3. had beaamd
  4. hadden beaamd
  5. hadden beaamd
  6. hadden beaamd
o.t.t.t.
  1. zal beamen
  2. zult beamen
  3. zal beamen
  4. zullen beamen
  5. zullen beamen
  6. zullen beamen
o.v.t.t.
  1. zou beamen
  2. zou beamen
  3. zou beamen
  4. zouden beamen
  5. zouden beamen
  6. zouden beamen
diversen
  1. beaam!
  2. beaamt!
  3. beaamd
  4. beamende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for beamen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bejaka beamen; bevestigen; onderschrijven; staven
samtycka till beamen; bevestigen; onderschrijven; staven toestemmen in

Wiktionary: beamen


Cross Translation:
FromToVia
beamen bekräfta; försäkra; konfirmera confirm — to assure
beamen bejaka; jaka; hävda; påstå affirmerassurer, soutenir qu’une chose est vraie.
beamen gilla; godkänna approuvertenir pour acceptable.