Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. klinken:
  2. klink:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de klinken de neerlandés a sueco

klinken:

klinken verbo (klink, klinkt, klonk, klonken, geklonken)

  1. klinken (klank voortbrengen; luiden)
    ge ett ljud
    • ge ett ljud verbo (ger ett ljud, gav ett ljud, givit ett ljud)
  2. klinken (spijkeren; vastnagelen; timmeren; vastspijkeren; vastslaan)
    nagla; hammra spikar
    • nagla verbo (naglar, naglade, naglat)
    • hammra spikar verbo (hammrar spikar, hammrade spikar, hammrat spikar)
  3. klinken (vastklinken)
    klamra; fastklamra
    • klamra verbo (klamrar, klamrade, klamrat)
    • fastklamra verbo (fastklamrar, fastklamrade, fastklamrat)

Conjugaciones de klinken:

o.t.t.
  1. klink
  2. klinkt
  3. klinkt
  4. klinken
  5. klinken
  6. klinken
o.v.t.
  1. klonk
  2. klonk
  3. klonk
  4. klonken
  5. klonken
  6. klonken
v.t.t.
  1. heb geklonken
  2. hebt geklonken
  3. heeft geklonken
  4. hebben geklonken
  5. hebben geklonken
  6. hebben geklonken
v.v.t.
  1. had geklonken
  2. had geklonken
  3. had geklonken
  4. hadden geklonken
  5. hadden geklonken
  6. hadden geklonken
o.t.t.t.
  1. zal klinken
  2. zult klinken
  3. zal klinken
  4. zullen klinken
  5. zullen klinken
  6. zullen klinken
o.v.t.t.
  1. zou klinken
  2. zou klinken
  3. zou klinken
  4. zouden klinken
  5. zouden klinken
  6. zouden klinken
diversen
  1. klink!
  2. klinkt!
  3. geklonken
  4. klinkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for klinken:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
fastklamra klinken; vastklinken
ge ett ljud klank voortbrengen; klinken; luiden
hammra spikar klinken; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren
klamra klinken; vastklinken
nagla klinken; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren

Palabras relacionadas con "klinken":


Sinónimos de "klinken":


Definiciones relacionadas de "klinken":

  1. een geluid laten horen1
    • zijn stem klinkt verkouden1
  2. eraan vastmaken1
    • de platen werden aan elkaar geklonken1
  3. je glas tegen dat van iemand anders tikken om geluk te wensen1
    • om 12 uur klonken we met elkaar1

Wiktionary: klinken


Cross Translation:
FromToVia
klinken ringa klingeln — etwas schrillen lassen
klinken ringa ring — to produce the sound of a bell or a similar sound
klinken låta ring — of something spoken or written, to appear to be, to seem, to sound
klinken ljuda; låta sound — to produce a sound
klinken ljuda; låta; tona sonnerrendre un son.

klinken forma de klink:

klink [de ~] sustantivo

  1. de klink (deurklink; kruk; hendel)
  2. de klink (inklinking van bout; inklinking)
    krampa; nitning

Translation Matrix for klink:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
dörrklinka deurklink; hendel; klink; kruk
krampa inklinking; inklinking van bout; klink afsluiter; krammetje; lijmtang
nitning inklinking; inklinking van bout; klink

Palabras relacionadas con "klink":


Traducciones automáticas externas:

Traducciones relacionadas de klinken