Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. spijs:
  2. spijzen:
  3. Wiktionary:
    • spijs → mat


Neerlandés

Traducciones detalladas de spijs de neerlandés a sueco

spijs:

spijs [de ~] sustantivo

  1. de spijs (voeding; voedsel; eten; eetwaren; proviand)
    mat; kost
    • mat [-en] sustantivo
    • kost [-en] sustantivo
  2. de spijs (amandelspijs)
    mandelmassa

Translation Matrix for spijs:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
kost eetwaren; eten; proviand; spijs; voeding; voedsel kostgeld
mandelmassa amandelspijs; spijs
mat eetwaren; eten; proviand; spijs; voeding; voedsel eten; kost; levensmiddelen; spijziging; voeding; voedsel

Palabras relacionadas con "spijs":


Wiktionary: spijs


Cross Translation:
FromToVia
spijs mat nourriturealiment.

spijs forma de spijzen:

spijzen verbo (spijs, spijst, spijsde, spijsden, gespijsd)

  1. spijzen
    knapra; nafsa; ta små tuggor
    • knapra verbo (knaprar, knaprade, knaprat)
    • nafsa verbo (nafsar, nafsade, nafsat)
    • ta små tuggor verbo (tar små tuggor, tog små tuggor, tagit små tuggor)

Conjugaciones de spijzen:

o.t.t.
  1. spijs
  2. spijst
  3. spijst
  4. spijsen
  5. spijsen
  6. spijsen
o.v.t.
  1. spijsde
  2. spijsde
  3. spijsde
  4. spijsden
  5. spijsden
  6. spijsden
v.t.t.
  1. heb gespijsd
  2. hebt gespijsd
  3. heeft gespijsd
  4. hebben gespijsd
  5. hebben gespijsd
  6. hebben gespijsd
v.v.t.
  1. had gespijsd
  2. had gespijsd
  3. had gespijsd
  4. hadden gespijsd
  5. hadden gespijsd
  6. hadden gespijsd
o.t.t.t.
  1. zal spijzen
  2. zult spijzen
  3. zal spijzen
  4. zullen spijzen
  5. zullen spijzen
  6. zullen spijzen
o.v.t.t.
  1. zou spijzen
  2. zou spijzen
  3. zou spijzen
  4. zouden spijzen
  5. zouden spijzen
  6. zouden spijzen
en verder
  1. ben gespijsd
  2. bent gespijsd
  3. is gespijsd
  4. zijn gespijsd
  5. zijn gespijsd
  6. zijn gespijsd
diversen
  1. spijs!
  2. spijst!
  3. gespijsd
  4. spijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for spijzen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
knapra spijzen kluiven; knabbelen; knagen; knauwen; peuzelen
nafsa spijzen knabbelen; peuzelen
ta små tuggor spijzen

Palabras relacionadas con "spijzen":


Traducciones relacionadas de spijs