Interglot - "bris" traducido de sueco a neerlandés

Resumen

Sueco a neerlandés: más información...

bris:
- bries; wind
Wiktionary:
- bris → bries
- bris → briesje, zuchtje, ruis, geritsel, geruis, aam, bezieling, inspiratie, windje, waaien, blazen, geblaas, windstoot

Sueco

Traducciones detalladas de bris de sueco a neerlandés

bris
de bries; de wind
- bries [de ~] sustantivo, plural
- wind [de ~ (m)] sustantivo

bris

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• bris	→ briesje; zuchtje; ruis; geritsel; geruis; aam; bezieling; inspiratie; windje; waaien; blazen; geblaas; windstoot	↔ souffle — vent produit pousser l’air hors de la bouche.