Neerlandés

Traducciones detalladas de gesticht de neerlandés a alemán

gesticht:

gesticht adj.

  1. gesticht (opgericht)

gesticht [het ~] sustantivo

  1. het gesticht (krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting; gekkenhuis; )
    die psychiatrische Klinik; die Einrichtung; der Anstalt; die Nervenheilanstalt; die Irrenanstalt; Irrenhaus

Translation Matrix for gesticht:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Anstalt dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting instantie; instelling; lichaam; organisatie
Einrichtung dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting aankleding; arrangement; decoratie; indeling; inrichting; instantie; instelling; kenteken; lichaam; merkteken; onderscheidingsteken; opstelling; ordening; organisatie; rangschikking; schikking; verpleging; versiering; verzorging; zorg
Irrenanstalt dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting gekkenhuis; zenuwinrichting
Irrenhaus dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting gekkenhuis; zenuwinrichting
Nervenheilanstalt dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting psychiatrische inrichting; zenuwinrichting
psychiatrische Klinik dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; psychiatrische inrichting zenuwinrichting
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
errichtet gesticht; opgericht
gegründet gesticht; opgericht

Palabras relacionadas con "gesticht":

  • gestichte

stichten:

stichten verbo (sticht, stichtte, stichtten, gesticht)

  1. stichten (oprichten; instellen; invoeren)
    gründen; errichten
    • gründen verbo (gründe, gründest, gründet, gründete, gründetet, gegründet)
    • errichten verbo (errichte, errichtest, errichtet, errichtete, errichtetet, errichtet)

Conjugaciones de stichten:

o.t.t.
  1. sticht
  2. sticht
  3. sticht
  4. stichten
  5. stichten
  6. stichten
o.v.t.
  1. stichtte
  2. stichtte
  3. stichtte
  4. stichtten
  5. stichtten
  6. stichtten
v.t.t.
  1. heb gesticht
  2. hebt gesticht
  3. heeft gesticht
  4. hebben gesticht
  5. hebben gesticht
  6. hebben gesticht
v.v.t.
  1. had gesticht
  2. had gesticht
  3. had gesticht
  4. hadden gesticht
  5. hadden gesticht
  6. hadden gesticht
o.t.t.t.
  1. zal stichten
  2. zult stichten
  3. zal stichten
  4. zullen stichten
  5. zullen stichten
  6. zullen stichten
o.v.t.t.
  1. zou stichten
  2. zou stichten
  3. zou stichten
  4. zouden stichten
  5. zouden stichten
  6. zouden stichten
en verder
  1. ben gesticht
  2. bent gesticht
  3. is gesticht
  4. zijn gesticht
  5. zijn gesticht
  6. zijn gesticht
diversen
  1. sticht!
  2. stichtt!
  3. gesticht
  4. stichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stichten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
errichten instellen; invoeren; oprichten; stichten aanbouwen; arrangeren; bijbouwen; bouwen; construeren; funderen; gronden; grondvesten; iets op touw zetten; inrichten; installeren; omhoogkomen; opbouwen; opstijgen; opvliegen; regelen; uitbouwen
gründen instellen; invoeren; oprichten; stichten berusten; bouwen; construeren; funderen; gebaseerd zijn; gronden; grondvesten; onderbouwen; onderheien
- beginnen; oprichten

Palabras relacionadas con "stichten":


Sinónimos de "stichten":


Antónimos de "stichten":


Definiciones relacionadas de "stichten":

  1. het laten ontstaan1
    • we gaan een gezin stichten1

Wiktionary: stichten

stichten
verb
  1. (transitiv) etwas dauerhaft einrichten, ins Leben rufen
  2. gehoben: ein Feuer oder einen Brand entstehen lassen

Cross Translation:
FromToVia
stichten eröffnen; gründen; niederlassen; herstellen establish — To form; to set up in business
stichten gründen found — to start organization
stichten hervorrufen; antun; bewirken; veranlassen; verursachen; zufügen; bereiten causerêtre cause de ; occasionner, provoquer.
stichten antun; bewirken; veranlassen; verursachen; zufügen; bereiten; anberaumen; determinieren; bestimmen; festlegen; festsetzen; abgrenzen; ermitteln; zu einem Entschluß bewegen déterminerfixer les limites de, délimiter précisément.
stichten fundieren; gründen; begründen fonderasseoir un bâtiment, un édifice sur des fondements.
stichten vermitteln; hervorrufen; antun; bewirken; veranlassen; verursachen; zufügen; bereiten; anschaffen; beschaffen; besorgen; verschaffen procurerfaire obtenir à une personne quelque avantage par son crédit, par ses soins.

Traducciones relacionadas de gesticht