Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. wegkrijgen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de wegkrijgen de neerlandés a inglés

wegkrijgen:

wegkrijgen verbo (krijg weg, krijgt weg, kreeg weg, kregen weg, weggekregen)

  1. wegkrijgen
    to get away
    • get away verbo (gets away, got away, getting away)

Conjugaciones de wegkrijgen:

o.t.t.
  1. krijg weg
  2. krijgt weg
  3. krijgt weg
  4. krijgen weg
  5. krijgen weg
  6. krijgen weg
o.v.t.
  1. kreeg weg
  2. kreeg weg
  3. kreeg weg
  4. kregen weg
  5. kregen weg
  6. kregen weg
v.t.t.
  1. heb weggekregen
  2. hebt weggekregen
  3. heeft weggekregen
  4. hebben weggekregen
  5. hebben weggekregen
  6. hebben weggekregen
v.v.t.
  1. had weggekregen
  2. had weggekregen
  3. had weggekregen
  4. hadden weggekregen
  5. hadden weggekregen
  6. hadden weggekregen
o.t.t.t.
  1. zal wegkrijgen
  2. zult wegkrijgen
  3. zal wegkrijgen
  4. zullen wegkrijgen
  5. zullen wegkrijgen
  6. zullen wegkrijgen
o.v.t.t.
  1. zou wegkrijgen
  2. zou wegkrijgen
  3. zou wegkrijgen
  4. zouden wegkrijgen
  5. zouden wegkrijgen
  6. zouden wegkrijgen
diversen
  1. krijg weg!
  2. krijgt weg!
  3. weggekregen
  4. wegkrijgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wegkrijgen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
get away wegkrijgen heenkomen; omhoogkomen; ontglippen; ontkomen; ontsnappen aan; ontvluchten; opstijgen; opvliegen; vluchten; wegkomen; weglopen; wegrennen; zich vrijmaken