Traducciones detalladas de hablar bruscamente de español a neerlandés
hablar bruscamente:
-
snauwen;
afsnauwen;
toesnauwen;
afblaffen;
afbekken
-
snauwen
verbo
(snauw, snauwt, snauwde, snauwden, gesnauwd)
-
afsnauwen
verbo
(snauw af, snauwt af, snauwde af, snauwden af, afgesnauwd)
-
toesnauwen
verbo
(snauw toe, snauwt toe, snauwde toe, snauwden toe, toegesnauwd)
-
afblaffen
verbo
(blaf af, blaft af, blafte af, blaften af, afgeblaft)
-
afbekken
verbo
(bek af, bekt af, bekte af, bekten af, afgebekt)
Translation Matrix for hablar bruscamente:
Traducciones automáticas externas:
Traducciones relacionadas de hablar bruscamente