Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. aanzwengelen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de aanzwengelen de neerlandés a inglés

aanzwengelen:

aanzwengelen verbo

  1. aanzwengelen (aanslingeren)
    crank up; to turn over

aanzwengelen [znw.] sustantivo

  1. aanzwengelen (aanslingeren)
    the cranking up

Translation Matrix for aanzwengelen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
cranking up aanslingeren; aanzwengelen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
crank up aanslingeren; aanzwengelen
turn over aanslingeren; aanzwengelen kantelen; omkantelen; omklappen; omrollen; omwentelen; over een kant vallen