Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. een klap geven:


Neerlandés

Traducciones detalladas de een klap geven de neerlandés a inglés

een klap geven:

een klap geven verbo (geef een klap, geeft een klap, gaf een klap, gaven een klap, een klap gegeven)

  1. een klap geven (slaan)
    to beat; to hit; to strike; to smash; to smack; to bang; to batter; to hammer
    • beat verbo (beats, beated, beating)
    • hit verbo (hits, hit, hitting)
    • strike verbo (strikes, struck, striking)
    • smash verbo (smashs, smashed, smashing)
    • smack verbo (smacks, smacked, smacking)
    • bang verbo (bangs, banged, banging)
    • batter verbo (batters, battered, battering)
    • hammer verbo (hammers, hammered, hammering)

Conjugaciones de een klap geven:

o.t.t.
  1. geef een klap
  2. geeft een klap
  3. geeft een klap
  4. geven een klap
  5. geven een klap
  6. geven een klap
o.v.t.
  1. gaf een klap
  2. gaf een klap
  3. gaf een klap
  4. gaven een klap
  5. gaven een klap
  6. gaven een klap
v.t.t.
  1. heb een klap gegeven
  2. hebt een klap gegeven
  3. heeft een klap gegeven
  4. hebben een klap gegeven
  5. hebben een klap gegeven
  6. hebben een klap gegeven
v.v.t.
  1. had een klap gegeven
  2. had een klap gegeven
  3. had een klap gegeven
  4. hadden een klap gegeven
  5. hadden een klap gegeven
  6. hadden een klap gegeven
o.t.t.t.
  1. zal een klap geven
  2. zult een klap geven
  3. zal een klap geven
  4. zullen een klap geven
  5. zullen een klap geven
  6. zullen een klap geven
o.v.t.t.
  1. zou een klap geven
  2. zou een klap geven
  3. zou een klap geven
  4. zouden een klap geven
  5. zouden een klap geven
  6. zouden een klap geven
diversen
  1. geef een klap!
  2. geeft een klap!
  3. een klap gegeven
  4. een klap gevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for een klap geven:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
bang bam; dreun; explosie; haardracht; harde slag; klap; knal; kwak; ontlading; ontploffing; plof; plotselinge uitbarsting; pony; smak
batter beslag
hammer hamer; hamerwerpen; kogelslingeren; slaghamer
hit aanrijding; bestseller; botsing; collisie; doelpunt; goal; hit; kasstuk; klapper; kraker; raakschot; schlager; schot in de roos; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer
smack dreun; handslag; jens; klap; klapzoen; klop; knal; kwak; lel; mep; opstopper; pakkerd; peut; smak; stoot; tik; toegebrachte klap
smash aanrijding; beurskrach; botsing; collisie; debacle; hit; ineenstorting; ineenzakking; instorting; kasstuk; klapper; krach; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer
strike aanboren; gestaak; opvallen; staken; staking; werkonderbreking; werkstaking
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bang een klap geven; slaan bonken; hameren; hard slaan; hengsten; kloppen met een hamer; knallen; meppen; rammen; slaan; timmeren
batter een klap geven; slaan bombarderen; mishandelen; molesteren; pijnigen; vanuit de lucht beschieten
beat een klap geven; slaan
hammer een klap geven; slaan bonken; hameren; hard slaan; hengsten; klinken; kloppen met een hamer; meppen; rammen; slaan; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren
hit een klap geven; slaan beroeren; hard slaan; hengsten; meppen; ontroeren; raken; slaan; timmeren; treffen
smack een klap geven; slaan hard slaan; hengsten; meppen; slaan; smakken; smakkend eten; timmeren
smash een klap geven; slaan aan stukken breken; aan stukken slaan; breken; fijnmaken; in stukken breken; inslaan; kapotbreken; kapotgooien; kapotslaan; platdrukken; smashen; stukbreken; stukgooien; stukslaan; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; verpletteren
strike een klap geven; slaan aansteken; beroeren; doen branden; frapperen; grijpen; het werk neerleggen als protest; in staking gaan; in staking zijn; ontroeren; ontsteken; opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; raken; staken; toeslaan; treffen; vuur maken; werkonderbreken; wrijven
AdverbTraducciones relacionadasOther Translations
bang boem
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
hit aangeschoten; geslagen; getroffen

Traducciones automáticas externas:

Traducciones relacionadas de een klap geven