Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. invaart:
  2. invaren:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de invaart de neerlandés a inglés

invaart:

invaart [de ~] sustantivo

  1. de invaart
    the entrance

Translation Matrix for invaart:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
entrance invaart binnenkomst; entree; ingang; inlaat; intocht; intrede; toegang
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
entrance verrukken

invaart forma de invaren:

invaren verbo (vaar in, vaart in, voer in, voeren in, ingevaren)

  1. invaren (binnenvaren)

Conjugaciones de invaren:

o.t.t.
  1. vaar in
  2. vaart in
  3. vaart in
  4. varen in
  5. varen in
  6. varen in
o.v.t.
  1. voer in
  2. voer in
  3. voer in
  4. voeren in
  5. voeren in
  6. voeren in
v.t.t.
  1. ben ingevaren
  2. bent ingevaren
  3. is ingevaren
  4. zijn ingevaren
  5. zijn ingevaren
  6. zijn ingevaren
v.v.t.
  1. was ingevaren
  2. was ingevaren
  3. was ingevaren
  4. waren ingevaren
  5. waren ingevaren
  6. waren ingevaren
o.t.t.t.
  1. zal invaren
  2. zult invaren
  3. zal invaren
  4. zullen invaren
  5. zullen invaren
  6. zullen invaren
o.v.t.t.
  1. zou invaren
  2. zou invaren
  3. zou invaren
  4. zouden invaren
  5. zouden invaren
  6. zouden invaren
en verder
  1. vaarde in
  2. vaarde in
  3. vaarde in
  4. vaarden in
  5. vaarden in
  6. vaarden in
diversen
  1. vaar in!
  2. vaart in!
  3. ingevaren
  4. invarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for invaren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
sail into binnenvaren; invaren

Wiktionary: invaren

invaren
verb
  1. (ergatief) met een vaartuig een nauw water ingaan