Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. klateren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de klateren de neerlandés a inglés

klateren:

klateren verbo (klater, klatert, klaterde, klaterden, geklaterd)

  1. klateren
    to splash
    • splash verbo (splashs, splashed, splashing)

Conjugaciones de klateren:

o.t.t.
  1. klater
  2. klatert
  3. klatert
  4. klateren
  5. klateren
  6. klateren
o.v.t.
  1. klaterde
  2. klaterde
  3. klaterde
  4. klaterden
  5. klaterden
  6. klaterden
v.t.t.
  1. heb geklaterd
  2. hebt geklaterd
  3. heeft geklaterd
  4. hebben geklaterd
  5. hebben geklaterd
  6. hebben geklaterd
v.v.t.
  1. had geklaterd
  2. had geklaterd
  3. had geklaterd
  4. hadden geklaterd
  5. hadden geklaterd
  6. hadden geklaterd
o.t.t.t.
  1. zal klateren
  2. zult klateren
  3. zal klateren
  4. zullen klateren
  5. zullen klateren
  6. zullen klateren
o.v.t.t.
  1. zou klateren
  2. zou klateren
  3. zou klateren
  4. zouden klateren
  5. zouden klateren
  6. zouden klateren
diversen
  1. klater!
  2. klatert!
  3. geklaterd
  4. klaterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for klateren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
splash plens; plons; scheutje; spat; spatter
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
splash klateren klotsen; opspatten; plonzen; spatten; spetteren