Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. krakeler:


Neerlandés

Traducciones detalladas de krakeler de neerlandés a inglés

krakeler:

krakeler [znw.] sustantivo

  1. krakeler
    the quarreller; the quarrelsome person; the quarreler

Translation Matrix for krakeler:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
quarreler krakeler haantje; kemphaan; ruziemaker; ruziezoeker; twiststoker; twistzoeker; vechter
quarreller krakeler haantje; kemphaan; ruziemaker; ruziezoeker; twiststoker; twistzoeker; vechter
quarrelsome person krakeler haantje; herrieschopper; kemphaan; kibbelaar; querulant; ruziemaker; ruzieschopper; ruziezoeker; twiststoker; twistzoeker; vechter