Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. kruisend:
  2. kruisen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de kruisend de neerlandés a inglés

kruisend:

kruisend adj.

  1. kruisend

Translation Matrix for kruisend:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
crossing knooppunt; kruising; kruising van straten; kruispunt; oversteek; oversteekplaats; overtocht; overvaart; punt waar lijnen elkaar kruisen; splitsing; verkeersknooppunt; voetgangersoversteekplaats; wegkruising; wegsplitsing; zebrapad
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
crossing kruisend

kruisend forma de kruisen:

kruisen verbo (kruis, kruist, kruiste, kruisten, gekruist)

  1. kruisen (een kruis slaan)
  2. kruisen (tegen de wind in varen; laveren)
    to tack
    – turn into the wind 1
    • tack verbo (tacks, tacked, tacking)
      • The sailors decided to tack the boat1
      • The boat tacked1
    to beat against the wind; to navigate; sail against the wind

Conjugaciones de kruisen:

o.t.t.
  1. kruis
  2. kruist
  3. kruist
  4. kruisen
  5. kruisen
  6. kruisen
o.v.t.
  1. kruiste
  2. kruiste
  3. kruiste
  4. kruisten
  5. kruisten
  6. kruisten
v.t.t.
  1. heb gekruist
  2. hebt gekruist
  3. heeft gekruist
  4. hebben gekruist
  5. hebben gekruist
  6. hebben gekruist
v.v.t.
  1. had gekruist
  2. had gekruist
  3. had gekruist
  4. hadden gekruist
  5. hadden gekruist
  6. hadden gekruist
o.t.t.t.
  1. zal kruisen
  2. zult kruisen
  3. zal kruisen
  4. zullen kruisen
  5. zullen kruisen
  6. zullen kruisen
o.v.t.t.
  1. zou kruisen
  2. zou kruisen
  3. zou kruisen
  4. zouden kruisen
  5. zouden kruisen
  6. zouden kruisen
en verder
  1. ben gekruist
  2. bent gekruist
  3. is gekruist
  4. zijn gekruist
  5. zijn gekruist
  6. zijn gekruist
diversen
  1. kruis!
  2. kruist!
  3. gekruist
  4. kruisend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kruisen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
tack kleine spijker met platte kop; kopspijker; rijgsteek; spijkertje
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
beat against the wind kruisen; laveren; tegen de wind in varen opkruisen; oplaveren
cross o.s. een kruis slaan; kruisen
make the sign of the cross een kruis slaan; kruisen
navigate kruisen; laveren; tegen de wind in varen bevaren; navigeren; varen; vliegtuig besturen
sail against the wind kruisen; laveren; tegen de wind in varen opkruisen; oplaveren
tack kruisen; laveren; tegen de wind in varen aaneenrijgen; opkruisen; oplaveren; overstag gaan; rijgen

Palabras relacionadas con "kruisen":


Wiktionary: kruisen

kruisen
verb
  1. travel in a direction or path that will intersect with that another

Cross Translation:
FromToVia
kruisen hybridize; interbreed; cross kreuzenBiologie: Tiere oder Pflanzen verschiedener Art, Rasse, Gattung oder Sorte zur Paarung bzw. geschlechtlichen Vereinigung bringen