Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. kwijt:
  2. kwijten:
  3. Wiktionary:
    • kwijt → rid


Neerlandés

Traducciones detalladas de kwijt de neerlandés a inglés

kwijt:

kwijt adj.

  1. kwijt (verdwaald; verloren)
    lost; missing
  2. kwijt (vermist; verloren; zoek; weg)
  3. kwijt (weg)
    – wat je niet meer kunt vinden 1
    missing; gone

Translation Matrix for kwijt:

AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
gone kwijt; weg afgestorven; dood; doodgegaan; foetsie; gestorven; heengegaan; overleden; verdwenen; weg
lost kwijt; verdwaald; verloren loos; zoekgeraakt
missing kwijt; verdwaald; verloren; vermist; weg; zoek foetsie; verdwenen; weg

Sinónimos de "kwijt":


Antónimos de "kwijt":


Definiciones relacionadas de "kwijt":

  1. wat je niet meer kunt vinden1
    • ik ben mijn portemonnee kwijt1

Wiktionary: kwijt

kwijt
verb
  1. -

kwijten:

kwijten verbo (kwijt, kweet, kweten, gekweten)

  1. kwijten
    acquit o.s.; to discharge

Conjugaciones de kwijten:

o.t.t.
  1. kwijt
  2. kwijt
  3. kwijt
  4. kwijten
  5. kwijten
  6. kwijten
o.v.t.
  1. kweet
  2. kweet
  3. kweet
  4. kweten
  5. kweten
  6. kweten
v.t.t.
  1. heb gekweten
  2. hebt gekweten
  3. heeft gekweten
  4. hebben gekweten
  5. hebben gekweten
  6. hebben gekweten
v.v.t.
  1. had gekweten
  2. had gekweten
  3. had gekweten
  4. hadden gekweten
  5. hadden gekweten
  6. hadden gekweten
o.t.t.t.
  1. zal kwijten
  2. zult kwijten
  3. zal kwijten
  4. zullen kwijten
  5. zullen kwijten
  6. zullen kwijten
o.v.t.t.
  1. zou kwijten
  2. zou kwijten
  3. zou kwijten
  4. zouden kwijten
  5. zouden kwijten
  6. zouden kwijten
diversen
  1. kwijt!
  2. kwijt!
  3. gekweten
  4. kwijtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kwijten:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
discharge afdanken; afschaffen; afvoer; afwatering; decharge; emissie; kwijting; loslating; lossing; lozing; ontlading; ontslaan; ontslaan van werknemers; ontslag; plotselinge uitbarsting; uit de dienst ontslaan; uitlading; uitstoot; vrijlating; waterafvoer
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
acquit o.s. kwijten
discharge kwijten aan de dijk zetten; afdanken; afladen; afscheiden; afvloeien; afvoeren; congé geven; dwingen ontslag te nemen; eruit gooien; iets uitladen; lossen; lozen; ontheffen; ontladen; ontslaan; pasporteren; uitscheiden; uitstoten; uitsturen; uitwerpen; van zijn positie verdrijven; verzenden; wegsturen; wegzenden

Traducciones relacionadas de kwijt