Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. loskopen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de loskopen de neerlandés a inglés

loskopen:

loskopen verbo (koop los, koopt los, kocht los, kochten los, losgekocht)

  1. loskopen (vrijkopen; losgeld betalen)
    to buy off; to redeem; to ransom
    • buy off verbo (buys off, bought off, buying off)
    • redeem verbo (redeems, redeemed, redeeming)
    • ransom verbo (ransoms, ransomed, ransoming)

Conjugaciones de loskopen:

o.t.t.
  1. koop los
  2. koopt los
  3. koopt los
  4. kopen los
  5. kopen los
  6. kopen los
o.v.t.
  1. kocht los
  2. kocht los
  3. kocht los
  4. kochten los
  5. kochten los
  6. kochten los
v.t.t.
  1. heb losgekocht
  2. hebt losgekocht
  3. heeft losgekocht
  4. hebben losgekocht
  5. hebben losgekocht
  6. hebben losgekocht
v.v.t.
  1. had losgekocht
  2. had losgekocht
  3. had losgekocht
  4. hadden losgekocht
  5. hadden losgekocht
  6. hadden losgekocht
o.t.t.t.
  1. zal loskopen
  2. zult loskopen
  3. zal loskopen
  4. zullen loskopen
  5. zullen loskopen
  6. zullen loskopen
o.v.t.t.
  1. zou loskopen
  2. zou loskopen
  3. zou loskopen
  4. zouden loskopen
  5. zouden loskopen
  6. zouden loskopen
en verder
  1. ben losgekocht
  2. bent losgekocht
  3. is losgekocht
  4. zijn losgekocht
  5. zijn losgekocht
  6. zijn losgekocht
diversen
  1. koop los!
  2. koopt los!
  3. losgekocht
  4. loskopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for loskopen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
ransom losgeld; losprijs
redeem afbetalen; aflossen; goedmaken
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
buy off losgeld betalen; loskopen; vrijkopen afkopen; schadeloosstellen; terugbetalen; vergoeden
ransom losgeld betalen; loskopen; vrijkopen
redeem losgeld betalen; loskopen; vrijkopen aflossen; bevrijden van belegeraars; herstellen; in orde brengen; in orde maken; inlossen; ontzetten; verlossen

Wiktionary: loskopen


Cross Translation:
FromToVia
loskopen ransom; redeem; buy back racheteracheter ce qu’on a vendre ou ce qui a été vendu.