Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. omgraven:


Neerlandés

Traducciones detalladas de omgraven de neerlandés a inglés

omgraven:

omgraven verbo

  1. omgraven (omploegen; omspitten; omwerken; spitten; ploegen)
    to plough; to plough up; to dig; to convert; to reform; to break up
    • plough verbo (ploughs, ploughed, ploughing)
    • plough up verbo (ploughs up, ploughed up, ploughing up)
    • dig verbo (digs, dug, digging)
    • convert verbo (converts, converted, converting)
    • reform verbo (reforms, reformed, reforming)
    • break up verbo (breaks up, broke up, breaking up)

Translation Matrix for omgraven:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
plough landbouwploeg; landbouwwerktuig; ploeg
reform herstelling van materiaal; innovatie; revisie
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
break up omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; ploegen; spitten afbreken; breken; desintegreren; gaan; heengaan; in elkaar storten; losrukken; losscheuren; lostrekken; neerhalen; omverhalen; opbreken; opdoeken; opheffen; opstappen; scheiden; slopen; ten gronde gaan; uit elkaar gaan; uit elkaar halen; uit elkaar stuiven; uit elkaar vallen; uit elkaar vliegen; uiteendrijven; uiteengaan; uiteenstuiven; uiteenvallen; uiteenvliegen; uitmaken; van elkaar gaan; vertrekken; wegbreken; weggaan
convert omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; ploegen; spitten bekeren; converteren; disloqueren; herbouwen; inwisselen; kerstenen; ombouwen; omrekenen; omruilen; omschakelen; omwisselen; omzetten; opnieuw bouwen; overschakelen; reconstrueren; roeren; ruilen; verleggen; verplaatsen; verruilen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verwisselen; verzetten; wisselen
dig omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; ploegen; spitten delven; een por geven; graven; porren; stoten
plough omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; ploegen; spitten schoffelen; wieden
plough up omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; ploegen; spitten schoffelen; wieden
reform omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; ploegen; spitten amenderen; hervormen; herzien; kerk hervormen; modificeren; omvormen; omwerken; reformeren; reorganiseren; veranderen; vervormen; wijzigen