Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. omwoelen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de omwoelen de neerlandés a inglés

omwoelen:

omwoelen verbo (woel om, woelt om, woelde om, woelden om, omgewoeld)

  1. omwoelen
    to scramble; to rummage; to grabble
    • scramble verbo (scrambles, scrambled, scrambling)
    • rummage verbo (rummages, rummaged, rummaging)
    • grabble verbo (grabbles, grabbled, grabbling)

Conjugaciones de omwoelen:

o.t.t.
  1. woel om
  2. woelt om
  3. woelt om
  4. woelen om
  5. wooelen om
  6. woelen om
o.v.t.
  1. woelde om
  2. woelde om
  3. woelde om
  4. woelden om
  5. woelden om
  6. woelden om
v.t.t.
  1. heb omgewoeld
  2. hebt omgewoeld
  3. heeft omgewoeld
  4. hebben omgewoeld
  5. hebben omgewoeld
  6. hebben omgewoeld
v.v.t.
  1. had omgewoeld
  2. had omgewoeld
  3. had omgewoeld
  4. hadden omgewoeld
  5. hadden omgewoeld
  6. hadden omgewoeld
o.t.t.t.
  1. zal omwoelen
  2. zult omwoelen
  3. zal omwoelen
  4. zullen omwoelen
  5. zullen omwoelen
  6. zullen omwoelen
o.v.t.t.
  1. zou omwoelen
  2. zou omwoelen
  3. zou omwoelen
  4. zouden omwoelen
  5. zouden omwoelen
  6. zouden omwoelen
diversen
  1. woel om!
  2. woelt om!
  3. omgewoeld
  4. omwoelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omwoelen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
scramble stoelendans
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
grabble omwoelen graaien; grabbelen; snuffelen
rummage omwoelen doorzoeken; flodderen; rondwroeten; snuffelen; snuffelen aan
scramble omwoelen klauteren