Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
set
|
|
accumulatie; bende; benoemde set; bepaalde hoeveelheid; concours; groep; groep van twee of meer; hoop; kliek; koppel; manche; onderonsje; partij; pot; samenscholing; set; span; stel; strijd; troep; wedstrijd
|
sink
|
|
aanrecht; gootsteen; sink; spoelbak; wasbak; wastafel
|
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
go under
|
onder water gaan; ondergaan; zinken
|
afglijden; aftakelen; afzakken; inzinken; ondergaan; vervallen; wegglijden; wegzinken
|
perish
|
onder water gaan; ondergaan; zinken
|
bezwijken; breken; doodgaan; heengaan; inslapen; kapot gaan; omkomen; ondergaan; ontbinden; overlijden; rotten; sneuvelen; sterven; stuk gaan; te gronde gaan; ten ondergaan; vallen; vergaan; verongelukken; verrotten; verteren; wegrotten; wegvallen
|
set
|
onder water gaan; ondergaan; zinken
|
deponeren; gelijkzetten; initiëren; inklinken; leggen; neerleggen; neerzetten; ondergaan; op gang brengen; plaatsen; situeren; stationeren; stijf worden; stremmen; synchroniseren; zetten; zich afspelen
|
sink
|
onder water gaan; ondergaan; zinken
|
afglijden; afnemen; aftakelen; afzakken; doen zinken; inkrimpen; inzinken; kelderen; krimpen; minder worden; slinken; verkleinen; verminderen; vervallen; verzakken; wegglijden; wegzinken; zakken
|
submerge
|
onder water gaan; ondergaan; zinken
|
onder water zetten; onderlopen; overspoelen
|
succumb
|
onder water gaan; ondergaan; zinken
|
bezwijken; doodgaan; heengaan; inslapen; omkomen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; wegvallen
|
suffer
|
onder water gaan; ondergaan; zinken
|
boeten; lijden; ontgelden
|
undergo
|
|
ondergaan
|
Adjective | Traducciones relacionadas | Other Translations |
set
|
|
star; strak; strakgespannen; verstard
|
Modifier | Traducciones relacionadas | Other Translations |
suffer
|
|
leien
|