Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. origine:


Neerlandés

Traducciones detalladas de origine de neerlandés a inglés

origine:

origine [de ~ (v)] sustantivo

  1. de origine (afstamming; herkomst; afkomst; komaf)
    the origin; the ancestry; the descent; the provenance; the source; the parentage; the birth

Translation Matrix for origine:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
ancestry afkomst; afstamming; herkomst; komaf; origine
birth afkomst; afstamming; herkomst; komaf; origine bevalling; geboorte; verlossing
descent afkomst; afstamming; herkomst; komaf; origine afdaling; afstammen; daling; glooiing; glooiingshoek; landing; spruiten
origin afkomst; afstamming; herkomst; komaf; origine bakermat; oorsprong
parentage afkomst; afstamming; herkomst; komaf; origine
provenance afkomst; afstamming; herkomst; komaf; origine
source afkomst; afstamming; herkomst; komaf; origine bakermat; bron; bronvoorziening; gegevensbron; oorsprong; rivierbron