Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. tamheid:
  2. tam:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de tamheid de neerlandés a inglés

tamheid:

tamheid [de ~ (v)] sustantivo

  1. de tamheid (makheid)
    the quietness; the tameness

Translation Matrix for tamheid:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
quietness makheid; tamheid ingetogenheid; kalmte; rust; rustigheid; vrede; zedigheid
tameness makheid; tamheid

Palabras relacionadas con "tamheid":


tamheid forma de tam:

tam adj.

  1. tam

Translation Matrix for tam:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
tame hoofddeksel; pet
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
tame onder gezag brengen; onderwerpen; overmannen; overmeesteren; overweldigen; temmen; zich meester maken van
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
docile tam dienstbaar; gedienstig; gedwee; gehoorzaam; meegaand; onderworpen; slaafs; volgzaam
domesticated tam
house-trained tam
meek tam bescheiden; deemoedig; dienstbaar; gedienstig; gedwee; lijdzaam; meegaand; nederig; onderdanig; onderworpen; ootmoedig; slaafs; volgzaam
tame tam
tamed tam

Palabras relacionadas con "tam":


Wiktionary: tam

tam
adjective
  1. not wild

Cross Translation:
FromToVia
tam obedient; compliant obéissant — Qui obéir.

Traducciones automáticas externas: