Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. thuiskomst:


Neerlandés

Traducciones detalladas de thuiskomst de neerlandés a inglés

thuiskomst:

thuiskomst [de ~ (v)] sustantivo

  1. de thuiskomst
    the homecoming; the return

Translation Matrix for thuiskomst:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
homecoming thuiskomst retour; terugkeer; terugkomst; terugreis
return thuiskomst baat; contraprestatie; gewin; oogst; opbrengst; product; profijt; rendement; rentabiliteit; retour; return; tegendienst; tegenprestatie; teruggave; terugkeer; terugkomst; terugreis; terugwedstrijd; uitkomst; voortbrengsel; wederdienst; weergave; winst
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
return dateren; keren; omkeren; retourneren; terugbezorgen; terugbrengen; teruggaan; teruggeven; teruggooien; teruggrijpen; terugkeren; terugkomen; terugsturen; terugwerpen; terugzenden; wederkeren; weerkeren
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
return achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; terug

Traducciones automáticas externas: