Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. uitbloeien:


Neerlandés

Traducciones detalladas de uitbloeien de neerlandés a inglés

uitbloeien:

uitbloeien verbo (bloei uit, bloeit uit, bloeide uit, bloeiden uit, uitgebloeid)

  1. uitbloeien

Conjugaciones de uitbloeien:

o.t.t.
  1. bloei uit
  2. bloeit uit
  3. bloeit uit
  4. bloeien uit
  5. bloeien uit
  6. bloeien uit
o.v.t.
  1. bloeide uit
  2. bloeide uit
  3. bloeide uit
  4. bloeiden uit
  5. bloeiden uit
  6. bloeiden uit
v.t.t.
  1. ben uitgebloeid
  2. bent uitgebloeid
  3. is uitgebloeid
  4. zijn uitgebloeid
  5. zijn uitgebloeid
  6. zijn uitgebloeid
v.v.t.
  1. was uitgebloeid
  2. was uitgebloeid
  3. was uitgebloeid
  4. waren uitgebloeid
  5. waren uitgebloeid
  6. waren uitgebloeid
o.t.t.t.
  1. zal uitbloeien
  2. zult uitbloeien
  3. zal uitbloeien
  4. zullen uitbloeien
  5. zullen uitbloeien
  6. zullen uitbloeien
o.v.t.t.
  1. zou uitbloeien
  2. zou uitbloeien
  3. zou uitbloeien
  4. zouden uitbloeien
  5. zouden uitbloeien
  6. zouden uitbloeien
diversen
  1. bloei uit!
  2. bloeit uit!
  3. uitgebloeid
  4. uitbloeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitbloeien:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
cease blossoming uitbloeien