Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. uitpersen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de uitpersen de neerlandés a inglés

uitpersen:

uitpersen verbo (pers uit, perst uit, perste uit, persten uit, uitgeperst)

  1. uitpersen (leeghalen; plunderen; uitzuigen; uitknijpen)
    to ransack; to gut; to strip bare; to empty
    • ransack verbo (ransacks, ransacked, ransacking)
    • gut verbo (guts, gutted, gutting)
    • strip bare verbo (strips bare, stripped bare, stripping bare)
    • empty verbo (empties, emptied, emptying)
  2. uitpersen (persen; leegknijpen)
    to squeeze; to crush
    • squeeze verbo (squeezes, squeezed, squeezing)
    • crush verbo (crushes, crushed, crushing)

Conjugaciones de uitpersen:

o.t.t.
  1. pers uit
  2. perst uit
  3. perst uit
  4. persen uit
  5. persen uit
  6. persen uit
o.v.t.
  1. perste uit
  2. perste uit
  3. perste uit
  4. persten uit
  5. persten uit
  6. persten uit
v.t.t.
  1. heb uitgeperst
  2. hebt uitgeperst
  3. heeft uitgeperst
  4. hebben uitgeperst
  5. hebben uitgeperst
  6. hebben uitgeperst
v.v.t.
  1. had uitgeperst
  2. had uitgeperst
  3. had uitgeperst
  4. hadden uitgeperst
  5. hadden uitgeperst
  6. hadden uitgeperst
o.t.t.t.
  1. zal uitpersen
  2. zult uitpersen
  3. zal uitpersen
  4. zullen uitpersen
  5. zullen uitpersen
  6. zullen uitpersen
o.v.t.t.
  1. zou uitpersen
  2. zou uitpersen
  3. zou uitpersen
  4. zouden uitpersen
  5. zouden uitpersen
  6. zouden uitpersen
en verder
  1. ben uitgeperst
  2. bent uitgeperst
  3. is uitgeperst
  4. zijn uitgeperst
  5. zijn uitgeperst
  6. zijn uitgeperst
diversen
  1. pers uit!
  2. perst uit!
  3. uitgeperst
  4. uitpersend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitpersen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
squeeze scharreltje; scheutje; vriendinnetje
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
crush leegknijpen; persen; uitpersen bedwingen; beteugelen; fijn drukken; fijndrukken; fijnmaken; in bedwang houden; kapotdrukken; onderdrukken; platdrukken; platmaken; pletten; terughouden; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; verpletteren; vijzelen
empty leeghalen; plunderen; uitknijpen; uitpersen; uitzuigen afscheiden; afvoeren; ledigen; leegdrinken; leeggieten; leeghalen; leegmaken; legen; lozen; opdrinken; opruimen; reinigen; ruimen; schoonmaken; spuien; uitdrinken; uitgieten; uithalen; uitmesten; uitnemen; uitruimen; uitscheiden; uitstoten; uitwateren; uitwerpen; water afvoeren; water lozen
gut leeghalen; plunderen; uitknijpen; uitpersen; uitzuigen
ransack leeghalen; plunderen; uitknijpen; uitpersen; uitzuigen doorzoeken
squeeze leegknijpen; persen; uitpersen dichtknijpen; drukken; knellen; persen; strak zitten
strip bare leeghalen; plunderen; uitknijpen; uitpersen; uitzuigen
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
empty eindig; hol; ijdel; inhoudsloos; ledig; leeg; loos; nietszeggend; onbezet; ongevuld; vergankelijk; voorbijgaand; zonder inhoud
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
gut darm

Wiktionary: uitpersen

uitpersen
verb
  1. used other than as an idiom, to squeeze out

Traducciones automáticas externas: