Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. verdisconteren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de verdisconteren de neerlandés a inglés

verdisconteren:

verdisconteren verbo (verdisconteer, verdisconteert, verdisconteerde, verdisconteerden, verdisconteerd)

  1. verdisconteren (incalculeren)
    to negotiate; negociate
    – discuss the terms of an arrangement 1
    • negotiate verbo (negotiates, negotiated, negotiating)
      • They negotiated the sale of the house1
    • negociate verbo

Conjugaciones de verdisconteren:

o.t.t.
  1. verdisconteer
  2. verdisconteert
  3. verdisconteert
  4. verdisconteren
  5. verdisconteren
  6. verdisconteren
o.v.t.
  1. verdisconteerde
  2. verdisconteerde
  3. verdisconteerde
  4. verdisconteerden
  5. verdisconteerden
  6. verdisconteerden
v.t.t.
  1. heb verdisconteerd
  2. hebt verdisconteerd
  3. heeft verdisconteerd
  4. hebben verdisconteerd
  5. hebben verdisconteerd
  6. hebben verdisconteerd
v.v.t.
  1. had verdisconteerd
  2. had verdisconteerd
  3. had verdisconteerd
  4. hadden verdisconteerd
  5. hadden verdisconteerd
  6. hadden verdisconteerd
o.t.t.t.
  1. zal verdisconteren
  2. zult verdisconteren
  3. zal verdisconteren
  4. zullen verdisconteren
  5. zullen verdisconteren
  6. zullen verdisconteren
o.v.t.t.
  1. zou verdisconteren
  2. zou verdisconteren
  3. zou verdisconteren
  4. zouden verdisconteren
  5. zouden verdisconteren
  6. zouden verdisconteren
diversen
  1. verdisconteer!
  2. verdisconteert!
  3. verdisconteerd
  4. verdisconterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verdisconteren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
negociate incalculeren; verdisconteren afdingen; afpingelen; bemiddelen; marchanderen; onderhandelen; pingelen; sjacheren; tussenkomen
negotiate incalculeren; verdisconteren afdingen; afpingelen; bemiddelen; marchanderen; onderhandelen; pingelen; sjacheren; tussenkomen