Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. wapperend:
  2. wapperen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de wapperend de neerlandés a inglés

wapperend:

wapperend adj.

  1. wapperend

Translation Matrix for wapperend:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
blowing geblaas; gestuif
fluttering gefladder; huivering; rilling; siddering
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
blowing wapperend
flapping wapperend spartelend
fluttering wapperend

wapperen:

wapperen verbo (wapper, wappert, wapperde, wapperden, gewapperd)

  1. wapperen (fladderen)
    to flutter; to wave; to flap; to blow; to snap
    • flutter verbo (flutters, fluttered, fluttering)
    • wave verbo (waves, waved, waving)
    • flap verbo (flaps, flapped, flapping)
    • blow verbo (blows, blew, blowing)
    • snap verbo (snaps, snapped, snapping)

Conjugaciones de wapperen:

o.t.t.
  1. wapper
  2. wappert
  3. wappert
  4. wapperen
  5. wapperen
  6. wapperen
o.v.t.
  1. wapperde
  2. wapperde
  3. wapperde
  4. wapperden
  5. wapperden
  6. wapperden
v.t.t.
  1. heb gewapperd
  2. hebt gewapperd
  3. heeft gewapperd
  4. hebben gewapperd
  5. hebben gewapperd
  6. hebben gewapperd
v.v.t.
  1. had gewapperd
  2. had gewapperd
  3. had gewapperd
  4. hadden gewapperd
  5. hadden gewapperd
  6. hadden gewapperd
o.t.t.t.
  1. zal wapperen
  2. zult wapperen
  3. zal wapperen
  4. zullen wapperen
  5. zullen wapperen
  6. zullen wapperen
o.v.t.t.
  1. zou wapperen
  2. zou wapperen
  3. zou wapperen
  4. zouden wapperen
  5. zouden wapperen
  6. zouden wapperen
diversen
  1. wapper!
  2. wappert!
  3. gewapperd
  4. wapperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wapperen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
blow bluts; deuk; dreun; duw; duwtje; fiasco; flop; handslag; harde slag; hengst; instulping; jens; klap; klop; knal; lel; mep; misrekening; misslag; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; por; slag; sof; stoot; stootje; tegenvaller; teleurstelling; terugslag; tik; toegebrachte klap; zet
flap flap; landingsklep; sluitklep
flutter jengel
snap biscuit; biscuitje; kaakje; koek; koekje
wave golf; golfbeweging; golflijn; golving; ondulatie; undulatie
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
blow fladderen; wapperen 'm piepen; 'm smeren; aanblazen; aanwakkeren; afzuigen; blazen; doen opvlammen; fellatio doen; fluiten; hard waaien; hijgen; iets vergallen; pijpen; puffen; stuiven; verknoeien; waaien; zuigen
flap fladderen; wapperen flappen
flutter fladderen; wapperen klepperen
snap fladderen; wapperen afbekken; afblaffen; afsnauwen; dichtbijten; een knippend geluid maken; exploderen; happen; klappen; knakken; knappen; ontploffen; snauwen; springen; toebijten; toehappen; toesnauwen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; uitlijnen
wave fladderen; wapperen golven; golvend bewegen; met de hand groeten; wuiven; zwaaien
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
snap attractief; elegant; fraai; goed ogend; gracieus; knap; mooi; sierlijk; welgevallig

Wiktionary: wapperen

wapperen
verb
  1. to flap or wave quickly
  2. to move back and forth repeatedly

Cross Translation:
FromToVia
wapperen flirt flirter — S’adonner au flirt.
wapperen undulate ondoyerremuer, se mouvoir à la manière des ondes.
wapperen scintillate; flare; flare up; flicker scintillerbriller, jeter des éclats par intermittence.
wapperen vacillate; wobble vacillerchanceler ; trembler ; n’être pas bien ferme.
wapperen flit; flutter; wave; flirt voltigervoler à petites et fréquentes reprises, sans aucune direction déterminée.