Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/español ->Traducir bereidheid

Traducir bereidheid de neerlandés a español

Eliminar anuncios

Resumen

Neerlandés a español: más información...

bereidheid:
- complacencia
bereid:
- dispuesto; propenso; listo; inclinado
Wiktionary:
- bereid → dispuesto
- bereid → dispuesto

Neerlandés

Traducciones detalladas de bereidheid de neerlandés a español

bereidheid:

bereidheid [de ~ (v)] sustantivo

de bereidheid (bereidwilligheid)
la complacencia
- complacencia [la ~] sustantivo

Translation Matrix for bereidheid:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
complacencia	bereidheid; bereidwilligheid	behulpzaamheid; clementie; compassie; dienstwilligheid; goedaardigheid; goedertierenheid; goedheid; goedmoedigheid; goedwillendheid; gunstige gezindheid; hulpvaardigheid; liefdadigheid; liefdadigheidsinstelling; meegaandheid; mildheid; toegevendheid; vergenoegdheid; volgzaamheid; weldaad; weldadigheidsinstelling; welwillendheid

Palabras relacionadas con "bereidheid":

bereid

bereid:

bereid adj.

bereid
dispuesto; propenso; listo; inclinado
- dispuesto adj.
- propenso adj.
- listo adj.
- inclinado adj.

Translation Matrix for bereid:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
listo		genie; geniekorps
Modifier	Traducciones relacionadas	Other Translations
dispuesto	bereid	bereidvaardig; gehumeurd; gemutst; genegen; geordend; georderd; gestemd; gewillig
inclinado	bereid	aflopend; bereidvaardig; de neiging hebbend; flauw hellend; genegen; geneigd; gewillig; gezind; glooiend; hellend; obsceen; schuin; schuin aflopend; steil; vies; vunzig; zedeloos
listo	bereid	aantrekkelijke; achterbaks; adrem; af; afgedaan; afgelopen; arglistig; bedreven; behendig; bekwaam; berekenend; beëindigd; bij de pinken; bijdehand; briljant; clever; doortrapt; gedaan; gehaaid; gemeen; geniepig; geoefend; gepakt; gepleegd; gepolijst; geraffineerd; gereed; geslepen; gevat; gewiekst; geëindigd; gis; gladgemaakt; gladgeslepen; gluiperig; goochem; handig; ingenieus; intelligent; kien; klaar; knap; kundig; kunstig; leep; link; listig; over; paraat; pienter; puntig; raak; scherp; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; spits; spitsvondig; stiekem; uit; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen; vaardig; vindingrijk; volbracht; voltooid; voorbij
propenso	bereid	genegen; gevoelig; teergevoelig; vatbaar

Palabras relacionadas con "bereid":

bereidheid

Definiciones relacionadas de "bereid":

het wel willen doen¹
- ik ben bereid voorzitter te worden¹

Wiktionary: bereid

bereid

adjective

akkoord gaand, instemmend: bereid tot actie
- bereid → dispuesto

Cross Translation:

From	To	Via
• bereid	→ dispuesto	↔ willing — ready to do something that is not a matter of course

Traducciones relacionadas de bereidheid

verklaring van bereidheid

¹Muiswerk Woordenboek

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios