Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
derribar
|
|
doodschieten; neerleggen; neerschieten
|
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
demoler
|
iets afbreken; slopen
|
afbreken; breken; neerhalen; omverhalen; ruineren; slopen; uit elkaar halen; vernielen; vernietigen; verwoesten; wegbreken
|
derribar
|
iets afbreken; slopen
|
afbreken; begeven; bomen kappen; breken; deponeren; dompen; flippen; hakken; houwen; inhakken; inhouwen; kantelen; kappen; kiepen; leggen; naar beneden werpen; neerhalen; neerleggen; neersabelen; neerschieten; neerslaan; neerwerpen; neerzetten; omduwen; omgooien; omhakken; omkiepen; omkieperen; omlaag werpen; omslaan; omstoten; omver kiepen; omvergooien; omverhalen; omverrukken; omverstoten; omvertrekken; omverwerpen; omwerpen; onderuit halen; onderuithalen; overhoopschieten; plaatsen; ruineren; slopen; smijten; stationeren; ten val brengen; uit elkaar halen; uitgommen; uitroeien; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vellen; vernielen; vernietigen; verwoesten; vlakken; vloeren; wegvagen; wegvegen; wippen; wissen; zetten
|
desguazar
|
iets afbreken; slopen
|
afbreken; breken; neerhalen; omverhalen; slopen; uit elkaar halen
|
echar abajo
|
iets afbreken; slopen
|
afsmijten; afwerpen; neerhalen; neersabelen; wegbreken
|