Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. opklappen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de opklappen de neerlandés a español

opklappen:

opklappen verbo (klap op, klapt op, klapte op, klapten op, opgeklapt)

  1. opklappen
    plegar

Conjugaciones de opklappen:

o.t.t.
  1. klap op
  2. klapt op
  3. klapt op
  4. klappen op
  5. klappen op
  6. klappen op
o.v.t.
  1. klapte op
  2. klapte op
  3. klapte op
  4. klapten op
  5. klapten op
  6. klapten op
v.t.t.
  1. heb opgeklapt
  2. hebt opgeklapt
  3. heeft opgeklapt
  4. hebben opgeklapt
  5. hebben opgeklapt
  6. hebben opgeklapt
v.v.t.
  1. had opgeklapt
  2. had opgeklapt
  3. had opgeklapt
  4. hadden opgeklapt
  5. hadden opgeklapt
  6. hadden opgeklapt
o.t.t.t.
  1. zal opklappen
  2. zult opklappen
  3. zal opklappen
  4. zullen opklappen
  5. zullen opklappen
  6. zullen opklappen
o.v.t.t.
  1. zou opklappen
  2. zou opklappen
  3. zou opklappen
  4. zouden opklappen
  5. zouden opklappen
  6. zouden opklappen
en verder
  1. is opgeklapt
  2. zijn opgeklapt
diversen
  1. klap op!
  2. klapt op!
  3. opgeklapt
  4. opklappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opklappen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
plegar opklappen binnenwaarts vouwen; dubbelvouwen; invouwen; omvouwen; opvouwen; plooien; ten dele vouwen; toevouwen; vouwen