Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. overkoepelend:
  2. overkoepelen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de overkoepelend de neerlandés a español

overkoepelend:

overkoepelend adj.

  1. overkoepelend

Translation Matrix for overkoepelend:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
coordinador coördinator; leider
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
coordinador overkoepelend overdekkend

overkoepelend forma de overkoepelen:

overkoepelen verbo (overkoepel, overkoepelt, overkoepelde, overkoepelden, overkoepeld)

  1. overkoepelen

Conjugaciones de overkoepelen:

o.t.t.
  1. overkoepel
  2. overkoepelt
  3. overkoepelt
  4. overkoepelen
  5. overkoepelen
  6. overkoepelen
o.v.t.
  1. overkoepelde
  2. overkoepelde
  3. overkoepelde
  4. overkoepelden
  5. overkoepelden
  6. overkoepelden
v.t.t.
  1. heb overkoepeld
  2. hebt overkoepeld
  3. heeft overkoepeld
  4. hebben overkoepeld
  5. hebben overkoepeld
  6. hebben overkoepeld
v.v.t.
  1. had overkoepeld
  2. had overkoepeld
  3. had overkoepeld
  4. hadden overkoepeld
  5. hadden overkoepeld
  6. hadden overkoepeld
o.t.t.t.
  1. zal overkoepelen
  2. zult overkoepelen
  3. zal overkoepelen
  4. zullen overkoepelen
  5. zullen overkoepelen
  6. zullen overkoepelen
o.v.t.t.
  1. zou overkoepelen
  2. zou overkoepelen
  3. zou overkoepelen
  4. zouden overkoepelen
  5. zouden overkoepelen
  6. zouden overkoepelen
diversen
  1. overkoepel!
  2. overkoepelt!
  3. overkoepeld
  4. overkoepelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for overkoepelen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
englobar overkoepelen beperken; bijsluiten; bijvoegen; indammen; inkapselen; inperken; insluiten; limiteren; met handen omvatten; omspannen; omvatten; toevoegen