Resumen
Neerlandés a español: más información...
-
uitgewerkt:
- detallado; amplio; largo; elaborado; ancho; extenso; vasto; prolongado; extensivo; verboso; con todo detalle; dilatado; minucioso; prolijo; espacioso; holgado; intrincado; detalladamente; nimio; extinto; circunstanciado; en detalle; a lo ancho; demasiado vasto; demasiado extenso; que ha dejado de surtir efecto; en todo detalle
- uitwerken:
-
Wiktionary:
- uitwerken → calcular, implementar, operar
Neerlandés
Traducciones detalladas de uitgewerkt de neerlandés a español
uitgewerkt:
-
uitgewerkt (in details)
detallado; amplio; largo; elaborado; ancho; extenso; vasto; prolongado; extensivo; verboso; con todo detalle; dilatado; minucioso; prolijo; espacioso; holgado; intrincado; detalladamente; nimio; extinto; circunstanciado; en detalle; a lo ancho; demasiado vasto; demasiado extenso; que ha dejado de surtir efecto; en todo detalle-
detallado adj.
-
amplio adj.
-
largo adj.
-
elaborado adj.
-
ancho adj.
-
extenso adj.
-
vasto adj.
-
prolongado adj.
-
extensivo adj.
-
verboso adj.
-
con todo detalle adj.
-
dilatado adj.
-
minucioso adj.
-
prolijo adj.
-
espacioso adj.
-
holgado adj.
-
intrincado adj.
-
detalladamente adj.
-
nimio adj.
-
extinto adj.
-
circunstanciado adj.
-
en detalle adj.
-
a lo ancho adj.
-
demasiado vasto adj.
-
demasiado extenso adj.
-
en todo detalle adj.
-
Translation Matrix for uitgewerkt:
uitgewerkt forma de uitwerken:
-
uitwerken (preciseren)
-
uitwerken (uitrekenen; berekenen; becijferen; calculeren)
Conjugaciones de uitwerken:
o.t.t.
- werk uit
- werkt uit
- werkt uit
- werken uit
- werken uit
- werken uit
o.v.t.
- werkte uit
- werkte uit
- werkte uit
- werkten uit
- werkten uit
- werkten uit
v.t.t.
- ben uitgewerkt
- bent uitgewerkt
- is uitgewerkt
- zijn uitgewerkt
- zijn uitgewerkt
- zijn uitgewerkt
v.v.t.
- was uitgewerkt
- was uitgewerkt
- was uitgewerkt
- waren uitgewerkt
- waren uitgewerkt
- waren uitgewerkt
o.t.t.t.
- zal uitwerken
- zult uitwerken
- zal uitwerken
- zullen uitwerken
- zullen uitwerken
- zullen uitwerken
o.v.t.t.
- zou uitwerken
- zou uitwerken
- zou uitwerken
- zouden uitwerken
- zouden uitwerken
- zouden uitwerken
diversen
- werk uit!
- werkt uit!
- uitgewerkt
- uitwerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uitwerken:
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
calcular | becijferen; berekenen; calculeren; uitrekenen; uitwerken | afwegen; begroten; bepalen; berekenen; controleren; inschatten; nagaan; nakijken; rekenen; schatten |
especificar | preciseren; uitwerken | bepalen; definiëren; detailleren; nader omschrijven; omschrijven; preciseren; specificeren |
precisar | preciseren; uitwerken | nader omschrijven; preciseren; specificeren |