Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
imitar
|
|
naäperij
|
pintar
|
|
afbeelden; afschilderen; beschilderen
|
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
caracterizar
|
uitbeelden; verbeelden; verpersonificeren; vertolken
|
aftekenen; contrasteren; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; paraferen; tekenen; typeren; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; vertolken; verwoorden
|
encarnar
|
uitbeelden; verbeelden; verpersonificeren; vertolken
|
belichamen; in een ander lichaam terugkeren; incarneren; verpersoonlijken
|
expresar
|
uitbeelden; verbeelden; verpersonificeren; vertolken
|
beschrijven; betonen; betuigen; formuleren; fraseren; inkleden; laten zien; overzetten; presenteren; spuien; tonen; translateren; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; verbaliseren; vertalen; vertolken; vertonen; verwoorden; weergeven
|
imitar
|
uitbeelden; verbeelden; verpersonificeren; vertolken
|
falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; naäpen; vervalsen
|
interpretar
|
uitbeelden; verbeelden; verpersonificeren; vertolken
|
acteren; beschrijven; dramatiseren; duiden; interpreteren; nader verklaren; ontvouwen; overbrengen; overzetten; toelichten; tolken; toneelspelen; translateren; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken; vertalen; vertolken; weergeven
|
personificar
|
uitbeelden; verbeelden; verpersonificeren; vertolken
|
belichamen; in een ander lichaam terugkeren; incarneren; personificeren; personifiëren; verpersoonlijken
|
pintar
|
uitbeelden; verbeelden; verpersonificeren; vertolken
|
adviseren; afbeelden; afschilderen; beschilderen; doen lijken; iets aanraden; ingeven; lakken; portretteren; raden; schilderen; suggereren; tekenen; uitschilderen; verven
|