Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. waak:
  2. waken:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de waak de neerlandés a español

waak:

waak [de ~] sustantivo

  1. de waak (wake)
    la velación; el guardia; la vigilancia; el guarda; el guardián; el vigía; el puesto de guardia

Translation Matrix for waak:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
guarda waak; wake bewaker; cipier; dekblad; deurwachter; die wakker is; gevangenbewaarder; op wacht staan; poortwachter; portier; schildwacht; schutblad; suppoost; wacht; wachter; wakker
guardia waak; wake agent; bewaker; cipier; deurwachter; diender; garde; gerechtsdienaar; gevangenbewaarder; inspecteurs; konstabel; op wacht staan; opzichters; opzieners; ordebewaarder; persoon die op wacht staat; politieagent; portier; schildwacht; suppoost; surveillanten; toezichthouders; wacht; wachten; wachter
guardián waak; wake bewaker; cipier; deurwachter; gevangenbewaarder; gevangenisbewaarder; op wacht staan; portier; slotbewaarder; suppoost; wacht; watchdog; watchdog-driver; watchdog-timer
puesto de guardia waak; wake kraaiennest; op wacht staan; uitkijk; wachtpost
velación waak; wake
vigilancia waak; wake bedachtzaamheid; beheer; behoedzaamheid; bescherming; bewaking; bezonnenheid; controle; hoede; overzien; supervisie; surveillance; toezicht; toezicht houden; voorzichtigheid; waakzaamheid; zeggenschap; zorg
vigía waak; wake schildwacht; uitkijkpost; waarnemingspost; wacht; wachter; wachttorens

Palabras relacionadas con "waak":


Wiktionary: waak


Cross Translation:
FromToVia
waak vigilia vigil — watch

waak forma de waken:

waken verbo (waak, waakt, waakte, waakten, gewaakt)

  1. waken (wakker blijven)
  2. waken (waken over)

Conjugaciones de waken:

o.t.t.
  1. waak
  2. waakt
  3. waakt
  4. waken
  5. waken
  6. waken
o.v.t.
  1. waakte
  2. waakte
  3. waakte
  4. waakten
  5. waakten
  6. waakten
v.t.t.
  1. heb gewaakt
  2. hebt gewaakt
  3. heeft gewaakt
  4. hebben gewaakt
  5. hebben gewaakt
  6. hebben gewaakt
v.v.t.
  1. had gewaakt
  2. had gewaakt
  3. had gewaakt
  4. hadden gewaakt
  5. hadden gewaakt
  6. hadden gewaakt
o.t.t.t.
  1. zal waken
  2. zult waken
  3. zal waken
  4. zullen waken
  5. zullen waken
  6. zullen waken
o.v.t.t.
  1. zou waken
  2. zou waken
  3. zou waken
  4. zouden waken
  5. zouden waken
  6. zouden waken
diversen
  1. waak!
  2. waakt!
  3. gewaakt
  4. wakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for waken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
defender afweren; verdedigen; verweren; weren
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
defender waken; waken over afweren; bemerken; bepleiten; beschermen; beschutten; in bescherming nemen; opmerken; pleiten; protesteren; tegenspartelen; tegenstribbelen; van mening zijn; verdedigen; verweren; verzetten; voorstaan; weren
preservar waken; waken over verduurzamen
proteger waken; waken over afdekken; afschermen; afschutten; behoeden; behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; beveiligen; bewaren; hoeden; in bescherming nemen; inchecken; protegeren; verdedigen
vigilar waken; wakker blijven bekijken; bewaken; gadeslaan; hoeden; in de gaten houden; in het oog houden; kijken; observeren; opletten; patrouilleren; toezien; toezien op; waarnemen; zien
viligar waken; waken over

Palabras relacionadas con "waken":


Wiktionary: waken

waken
verb
  1. (inergatief) opzettelijk wakker zijn