Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. aan elkaar plakken:


Neerlandés

Traducciones detalladas de aan elkaar plakken de neerlandés a francés

aan elkaar plakken:

aan elkaar plakken verbo

  1. aan elkaar plakken (aaneen plakken)
    coller
    • coller verbo (colle, colles, collons, collez, )

Translation Matrix for aan elkaar plakken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
coller aanlijmen; aanplakken; lijmen; vastlijmen; vastplakken
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
coller aan elkaar plakken; aaneen plakken aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aanbakken; aanbranden; aandrukken; aaneenplakken; aankleven; aanlijmen; bevestigen; ergens aan bevestigen; hechten; iets vastkleven; inplakken; kitten; kleven; klitten; lijmen; opplakken; plakken; samenplakken; vastdrukken; vasthechten; vastkleven; vastkoeken; vastlijmen; vastmaken; vastplakken; vastzetten

Traducciones relacionadas de aan elkaar plakken