Resumen


Neerlandés

Sinónimos detallados de afpakken en neerlandés

afpakken:

afpakken verbo (pak af, pakt af, pakte af, pakten af, afgepakt)

  1. afpakken
    pikken; ontfutselen; aftroggelen; inpikken; bietsen; grissen; gappen; afpakken
    • pikken verbo (pik, pikt, pikte, pikten, gepikt)
    • ontfutselen verbo (ontfutsel, ontfutselt, ontfutselde, ontfutselden, ontfutseld)
    • aftroggelen verbo (troggel af, troggelt af, troggelde af, troggelden af, afgetroggeld)
    • inpikken verbo (pik in, pikt in, pikte in, pikten in, ingepikt)
    • bietsen verbo (biets, bietst, bietste, bietsten, gebietst)
    • grissen verbo (gris, grist, grisde, grisden, gegrist)
    • gappen verbo (gap, gapt, gapte, gapten, gegapt)
    • afpakken verbo (pak af, pakt af, pakte af, pakten af, afgepakt)
  2. afpakken
    – het bij hem weghalen 1
    afnemen; afpakken
    – het bij hem weghalen 1
    • afnemen verbo (neem af, neemt af, nam af, namen af, afgenomen)
      • de leraar heeft hem het mes afgenomen1
    • afpakken verbo (pak af, pakt af, pakte af, pakten af, afgepakt)
      • ik heb het mes van het kind afgepakt1

Conjugaciones de afpakken:

o.t.t.
  1. pak af
  2. pakt af
  3. pakt af
  4. pakken af
  5. pakken af
  6. pakken af
o.v.t.
  1. pakte af
  2. pakte af
  3. pakte af
  4. pakten af
  5. pakten af
  6. pakten af
v.t.t.
  1. heb afgepakt
  2. hebt afgepakt
  3. heeft afgepakt
  4. hebben afgepakt
  5. hebben afgepakt
  6. hebben afgepakt
v.v.t.
  1. had afgepakt
  2. had afgepakt
  3. had afgepakt
  4. hadden afgepakt
  5. hadden afgepakt
  6. hadden afgepakt
o.t.t.t.
  1. zal afpakken
  2. zult afpakken
  3. zal afpakken
  4. zullen afpakken
  5. zullen afpakken
  6. zullen afpakken
o.v.t.t.
  1. zou afpakken
  2. zou afpakken
  3. zou afpakken
  4. zouden afpakken
  5. zouden afpakken
  6. zouden afpakken
diversen
  1. pak af!
  2. pakt af!
  3. afgepakt
  4. afpakkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afpakken [znw.] sustantivo

  1. afpakken
    afpakken

Sinónimos alternativos de "afpakken":


Definiciones relacionadas de "afpakken":

  1. het bij hem weghalen1
    • ik heb het mes van het kind afgepakt1