Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. krakelen:
  2. krakeel:


Neerlandés

Sinónimos detallados de krakelen en neerlandés

krakelen:

krakelen verbo

  1. krakelen
    ruziën; ruzie maken; twisten; krakelen; kiften; kijven
    • ruziën verbo (ruzie, ruziet, ruziede, ruzieden, geruzied)
    • ruzie maken verbo (maak ruzie, maakt ruzie, maakte ruzie, maakten ruzie, ruzie gemaakt)
    • twisten verbo (twist, twistte, twistten, getwist)
    • krakelen verbo
    • kiften verbo (kift, kiftte, kiftten, gekift)
    • kijven verbo (kijf, kijft, keef, keven, gekeven)

Palabras relacionadas con "krakelen":


krakelen forma de krakeel:

krakeel [het ~] sustantivo

  1. het krakeel
    de drukte; het krakeel; de heisa

Palabras relacionadas con "krakeel":