Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. aanblijven:


Neerlandés

Traducciones detalladas de aanblijven de neerlandés a sueco

aanblijven:

aanblijven verbo (blijf aan, blijft aan, bleef aan, bleven aan, aangebleven)

  1. aanblijven
    stanna kvar; bli kvar i tjänsten
    • stanna kvar verbo (stannar kvar, stannade kvar, stannat kvar)
    • bli kvar i tjänsten verbo (blir kvar i tjänsten, blev kvar i tjänsten, blivit kvar i tjänsten)

Conjugaciones de aanblijven:

o.t.t.
  1. blijf aan
  2. blijft aan
  3. blijft aan
  4. blijven aan
  5. blijven aan
  6. blijven aan
o.v.t.
  1. bleef aan
  2. bleef aan
  3. bleef aan
  4. bleven aan
  5. bleven aan
  6. bleven aan
v.t.t.
  1. ben aangebleven
  2. bent aangebleven
  3. is aangebleven
  4. zijn aangebleven
  5. zijn aangebleven
  6. zijn aangebleven
v.v.t.
  1. was aangebleven
  2. was aangebleven
  3. was aangebleven
  4. waren aangebleven
  5. waren aangebleven
  6. waren aangebleven
o.t.t.t.
  1. zal aanblijven
  2. zult aanblijven
  3. zal aanblijven
  4. zullen aanblijven
  5. zullen aanblijven
  6. zullen aanblijven
o.v.t.t.
  1. zou aanblijven
  2. zou aanblijven
  3. zou aanblijven
  4. zouden aanblijven
  5. zouden aanblijven
  6. zouden aanblijven
diversen
  1. blijf aan!
  2. blijft aan!
  3. aangebleven
  4. aanblijvende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aanblijven:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bli kvar i tjänsten aanblijven
stanna kvar aanblijven alleen blijven; overblijven