Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. afgetrapt:
  2. aftrappen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de afgetrapt de neerlandés a sueco

afgetrapt:


aftrappen:

aftrappen verbo (trap af, trapt af, trapte af, trapten af, afgetrapt)

  1. aftrappen
    avsparka
    • avsparka verbo (avsparkar, avsparkade, avsparkat)
  2. aftrappen
    sparka av
    • sparka av verbo (sparkar av, sparkade av, sparkat av)

Conjugaciones de aftrappen:

o.t.t.
  1. trap af
  2. trapt af
  3. trapt af
  4. trappen af
  5. trappen af
  6. trappen af
o.v.t.
  1. trapte af
  2. trapte af
  3. trapte af
  4. trapten af
  5. trapten af
  6. trapten af
v.t.t.
  1. heb afgetrapt
  2. hebt afgetrapt
  3. heeft afgetrapt
  4. hebben afgetrapt
  5. hebben afgetrapt
  6. hebben afgetrapt
v.v.t.
  1. had afgetrapt
  2. had afgetrapt
  3. had afgetrapt
  4. hadden afgetrapt
  5. hadden afgetrapt
  6. hadden afgetrapt
o.t.t.t.
  1. zal aftrappen
  2. zult aftrappen
  3. zal aftrappen
  4. zullen aftrappen
  5. zullen aftrappen
  6. zullen aftrappen
o.v.t.t.
  1. zou aftrappen
  2. zou aftrappen
  3. zou aftrappen
  4. zouden aftrappen
  5. zouden aftrappen
  6. zouden aftrappen
diversen
  1. trap af!
  2. trapt af!
  3. afgetrapt
  4. aftrappende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aftrappen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
avsparka aftrappen uittrappen
sparka av aftrappen eraf schoppen

Palabras relacionadas con "aftrappen":