Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. afgieten:


Neerlandés

Traducciones detalladas de afgieten de neerlandés a sueco

afgieten:

afgieten verbo (giet af, goot af, goten af, afgegoten)

  1. afgieten
    hälla av
    • hälla av verbo (häller av, hällde av, hällt av)

Conjugaciones de afgieten:

o.t.t.
  1. giet af
  2. giet af
  3. giet af
  4. gieten af
  5. gieten af
  6. gieten af
o.v.t.
  1. goot af
  2. goot af
  3. goot af
  4. goten af
  5. goten af
  6. goten af
v.t.t.
  1. heb afgegoten
  2. hebt afgegoten
  3. heeft afgegoten
  4. hebben afgegoten
  5. hebben afgegoten
  6. hebben afgegoten
v.v.t.
  1. had afgegoten
  2. had afgegoten
  3. had afgegoten
  4. hadden afgegoten
  5. hadden afgegoten
  6. hadden afgegoten
o.t.t.t.
  1. zal afgieten
  2. zult afgieten
  3. zal afgieten
  4. zullen afgieten
  5. zullen afgieten
  6. zullen afgieten
o.v.t.t.
  1. zou afgieten
  2. zou afgieten
  3. zou afgieten
  4. zouden afgieten
  5. zouden afgieten
  6. zouden afgieten
diversen
  1. giet af!
  2. giet af!
  3. afgegoten
  4. afgietende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for afgieten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
hälla av afgieten

Traducciones automáticas externas: