Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. afzien van:


Neerlandés

Traducciones detalladas de afzien van de neerlandés a sueco

afzien van:

afzien van verbo

  1. afzien van (opgeven; stoppen; afhaken; )
    sluta; lägga av
    • sluta verbo (slutar, slutade, slutat)
    • lägga av verbo (lägger av, lade av, lagt av)

afzien van [znw.] sustantivo

  1. afzien van (afstappen)

Translation Matrix for afzien van:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
avse ifrån afstappen; afzien van
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
lägga av afhaken; afvallen; afzeggen; afzien van; eruitstappen; opgeven; ophouden; stoppen achterhouden; behouden; bespreken; eraf gaan; opzijleggen; reis boeken; reserveren; terughouden; vastleggen
sluta afhaken; afvallen; afzeggen; afzien van; eruitstappen; opgeven; ophouden; stoppen aankomen; afsluiten; belanden; eindigen; ermee uitscheiden; finishen; geraken; haspelen; naar einde toewerken; op een haspel winden; opgeven; ophouden; opklossen; opwikkelen; opwinden; staken; stoppen; terechtkomen; uitscheiden; verzeilen

Traducciones relacionadas de afzien van