Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. bagger:
  2. baggeren:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de bagger de neerlandés a sueco

bagger:

bagger [de ~] sustantivo

  1. de bagger (modder; slib; prut; slik; slijk)
    gyttja; slam; sörja; lera; smuts; dy
    • gyttja [-en] sustantivo
    • slam [-ett] sustantivo
    • sörja [-ett] sustantivo
    • lera [-en] sustantivo
    • smuts [-en] sustantivo
    • dy [-en] sustantivo

Translation Matrix for bagger:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
dy bagger; modder; prut; slib; slijk; slik
gyttja bagger; modder; prut; slib; slijk; slik
lera bagger; modder; prut; slib; slijk; slik klei; leem
slam bagger; modder; prut; slib; slijk; slik slem
smuts bagger; modder; prut; slib; slijk; slik drek; prut; smurrie; viezigheden; zwijnerij
sörja bagger; modder; prut; slib; slijk; slik mengvoer
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
sörja bedroefd zijn; bedroeven; bewenen; in de rouw zijn; rouwen; treuren; verdriet hebben

Palabras relacionadas con "bagger":


Wiktionary: bagger


Cross Translation:
FromToVia
bagger gegga; sörja Schlamm — mit Wasser vermischte Erde, Dreck, Schmutz, Morast

bagger forma de baggeren:

baggeren verbo (bagger, baggert, baggerde, baggerden, gebaggerd)

  1. baggeren
    snylta
    • snylta verbo (snyltar, snyltade, snyltat)
  2. baggeren

Conjugaciones de baggeren:

o.t.t.
  1. bagger
  2. baggert
  3. baggert
  4. baggeren
  5. baggeren
  6. baggeren
o.v.t.
  1. baggerde
  2. baggerde
  3. baggerde
  4. baggerden
  5. baggerden
  6. baggerden
v.t.t.
  1. heb gebaggerd
  2. hebt gebaggerd
  3. heeft gebaggerd
  4. hebben gebaggerd
  5. hebben gebaggerd
  6. hebben gebaggerd
v.v.t.
  1. had gebaggerd
  2. had gebaggerd
  3. had gebaggerd
  4. hadden gebaggerd
  5. hadden gebaggerd
  6. hadden gebaggerd
o.t.t.t.
  1. zal baggeren
  2. zult baggeren
  3. zal baggeren
  4. zullen baggeren
  5. zullen baggeren
  6. zullen baggeren
o.v.t.t.
  1. zou baggeren
  2. zou baggeren
  3. zou baggeren
  4. zouden baggeren
  5. zouden baggeren
  6. zouden baggeren
diversen
  1. bagger!
  2. baggert!
  3. gebaggerd
  4. baggerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for baggeren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
snylta baggeren afbedelen
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
muddring baggeren

Palabras relacionadas con "baggeren":