Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. bieden:


Neerlandés

Traducciones detalladas de bieden de neerlandés a sueco

bieden:

bieden verbo (bied, biedt, bood, boden, geboden)

  1. bieden
    erbjuda
    • erbjuda verbo (erbjuder, erbjöd, erbjudit)

Conjugaciones de bieden:

o.t.t.
  1. bied
  2. biedt
  3. biedt
  4. bieden
  5. bieden
  6. bieden
o.v.t.
  1. bood
  2. bood
  3. bood
  4. boden
  5. boden
  6. boden
v.t.t.
  1. heb geboden
  2. hebt geboden
  3. heeft geboden
  4. hebben geboden
  5. hebben geboden
  6. hebben geboden
v.v.t.
  1. had geboden
  2. had geboden
  3. had geboden
  4. hadden geboden
  5. hadden geboden
  6. hadden geboden
o.t.t.t.
  1. zal bieden
  2. zult bieden
  3. zal bieden
  4. zullen bieden
  5. zullen bieden
  6. zullen bieden
o.v.t.t.
  1. zou bieden
  2. zou bieden
  3. zou bieden
  4. zouden bieden
  5. zouden bieden
  6. zouden bieden
diversen
  1. bied!
  2. biedt!
  3. geboden
  4. biedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bieden:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
erbjuda bieden aanbieden; indienen; offreren; presenteren

Antónimos de "bieden":


Definiciones relacionadas de "bieden":

  1. geven1
    • ze hebben hulp geboden1
  2. zeggen dat je het wilt betalen1
    • hij bood 1000 gulden voor die auto1

Traducciones relacionadas de bieden