Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. bondigheid:
  2. bondig:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de bondigheid de neerlandés a sueco

bondigheid:

bondigheid [de ~ (v)] sustantivo

  1. de bondigheid (beknoptheid; kortheid)
    koncentration; korthet

Translation Matrix for bondigheid:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
koncentration beknoptheid; bondigheid; kortheid aandacht verenigen; concentratie; geconcentreerdheid
korthet beknoptheid; bondigheid; kortheid bitsheid; kattigheid; vinnigheid

Palabras relacionadas con "bondigheid":


bondig:

bondig adj.

  1. bondig (kort)
  2. bondig (summier)

Translation Matrix for bondig:

ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
koncis bondig; summier
koncist bondig; kort; summier
kortfattad bondig; kort kernachtig; kortheidshalve; raak
kortfattat bondig; kort; summier kernachtig; kortheidshalve; kortweg; raak; samengevat; zonder omhaal

Palabras relacionadas con "bondig":

  • bondigheid, bondiger, bondigere, bondigst, bondigste, bondige

Wiktionary: bondig


Cross Translation:
FromToVia
bondig koncis; kortfattad concise — brief and precise
bondig koncis succinct — brief and to the point