Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. chargeren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de chargeren de neerlandés a sueco

chargeren:

chargeren verbo (chargeer, chargeert, chargeerde, chargeerden, gechargeerd)

  1. chargeren (overdrijven)
    överagera; beskylla
    • överagera verbo (överagerar, överagerade, överagerat)
    • beskylla verbo (beskyllar, beskyllade, beskyllat)

Conjugaciones de chargeren:

o.t.t.
  1. chargeer
  2. chargeert
  3. chargeert
  4. chargeren
  5. chargeren
  6. chargeren
o.v.t.
  1. chargeerde
  2. chargeerde
  3. chargeerde
  4. chargeerden
  5. chargeerden
  6. chargeerden
v.t.t.
  1. heb gechargeerd
  2. hebt gechargeerd
  3. heeft gechargeerd
  4. hebben gechargeerd
  5. hebben gechargeerd
  6. hebben gechargeerd
v.v.t.
  1. had gechargeerd
  2. had gechargeerd
  3. had gechargeerd
  4. hadden gechargeerd
  5. hadden gechargeerd
  6. hadden gechargeerd
o.t.t.t.
  1. zal chargeren
  2. zult chargeren
  3. zal chargeren
  4. zullen chargeren
  5. zullen chargeren
  6. zullen chargeren
o.v.t.t.
  1. zou chargeren
  2. zou chargeren
  3. zou chargeren
  4. zouden chargeren
  5. zouden chargeren
  6. zouden chargeren
en verder
  1. is gechargeerd
  2. zijn gechargeerd
diversen
  1. chargeer!
  2. chargeert!
  3. gechargeerd
  4. chargerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for chargeren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
beskylla chargeren; overdrijven aanklagen; aanrekenen; aanwrijven; beschuldigen; betichten; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; ten laste leggen; tenlaste leggen
överagera chargeren; overdrijven