Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. deppen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de deppen de neerlandés a sueco

deppen:

deppen verbo (dep, dept, depte, depten, gedept)

  1. deppen (afbetten; betten; bevochtigen)
    badda; fukta
    • badda verbo (baddar, baddade, baddat)
    • fukta verbo (fuktar, fuktade, fuktat)

Conjugaciones de deppen:

o.t.t.
  1. dep
  2. dept
  3. dept
  4. deppen
  5. deppen
  6. deppen
o.v.t.
  1. depte
  2. depte
  3. depte
  4. depten
  5. depten
  6. depten
v.t.t.
  1. heb gedept
  2. hebt gedept
  3. heeft gedept
  4. hebben gedept
  5. hebben gedept
  6. hebben gedept
v.v.t.
  1. had gedept
  2. had gedept
  3. had gedept
  4. hadden gedept
  5. hadden gedept
  6. hadden gedept
o.t.t.t.
  1. zal deppen
  2. zult deppen
  3. zal deppen
  4. zullen deppen
  5. zullen deppen
  6. zullen deppen
o.v.t.t.
  1. zou deppen
  2. zou deppen
  3. zou deppen
  4. zouden deppen
  5. zouden deppen
  6. zouden deppen
en verder
  1. is gedept
  2. zijn gedept
diversen
  1. dep!
  2. dept!
  3. gedept
  4. deppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for deppen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
badda afbetten; betten; bevochtigen; deppen
fukta afbetten; betten; bevochtigen; deppen