Neerlandés
Traducciones detalladas de dringend de neerlandés a sueco
dringend:
-
dringend (urgent; met spoed; spoedeisend; klemmend)
nödvändig; allvarlig; nödvändigt; allvarligt; trängande-
nödvändig adj.
-
allvarlig adj.
-
nödvändigt adj.
-
allvarligt adj.
-
trängande adj.
-
Translation Matrix for dringend:
Palabras relacionadas con "dringend":
Wiktionary: dringend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• dringend | → brådskande | ↔ urgent — requiring immediate attention |
dringend forma de dringen:
-
dringen (duwen)
Conjugaciones de dringen:
o.t.t.
- dring
- dringt
- dringt
- dringen
- dringen
- dringen
o.v.t.
- drong
- drong
- drong
- drongen
- drongen
- drongen
v.t.t.
- heb gedrongen
- hebt gedrongen
- heeft gedrongen
- hebben gedrongen
- hebben gedrongen
- hebben gedrongen
v.v.t.
- had gedrongen
- had gedrongen
- had gedrongen
- hadden gedrongen
- hadden gedrongen
- hadden gedrongen
o.t.t.t.
- zal dringen
- zult dringen
- zal dringen
- zullen dringen
- zullen dringen
- zullen dringen
o.v.t.t.
- zou dringen
- zou dringen
- zou dringen
- zouden dringen
- zouden dringen
- zouden dringen
en verder
- ben gedrongen
- bent gedrongen
- is gedrongen
- zijn gedrongen
- zijn gedrongen
- zijn gedrongen
diversen
- dring!
- dringt!
- gedrongen
- dringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for dringen:
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
knuffa | dringen; duwen | schuiven; voortschuiven |
pressa | dringen; duwen | aandrukken; dichtknijpen; gladstrijken; knellen; leegknijpen; oppersen; persen; ronselen; strak zitten; strijken; uitpersen; vastdrukken |
puffa | dringen; duwen | avanceren; helpen; promoten |
skjuta | dringen; duwen | afschieten; afvuren; doorschieten; filmen; schieten; schoten lossen; schuiven; voortschuiven; vuren |
stöta | dringen; duwen | een por geven; grijpen; kneuzen; porren; stoten; toeslaan |
Definiciones relacionadas de "dringen":
Wiktionary: dringen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• dringen | → puffa; stöta; driva; fösa | ↔ pousser — Faire pression contre quelqu’un ou contre quelque chose, pour le déplacer ou l’ôter de sa place. |
• dringen | → trycka | ↔ presser — exercer une pression, serrer plus ou moins fort. |
• dringen | → trycka | ↔ serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général). |