Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. druppen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de druppen de neerlandés a sueco

druppen:

druppen verbo (drup, drupt, drupte, drupten, gedrupt)

  1. druppen (druppels laten vallen; druipen; droppen; druppelen)
    stöka till; smutsa ner; röra till
    • stöka till verbo (stökar till, stökade till, stökat till)
    • smutsa ner verbo (smutsar ner, smutsade ner, smutsat ner)
    • röra till verbo (rör till, rörde till, rört till)
  2. druppen (druppelen; afdruipen; sijpelen; )
    droppa; drypa
    • droppa verbo (droppar, droppade, droppat)
    • drypa verbo (dryper, dröp, drupit)

Conjugaciones de druppen:

o.t.t.
  1. drup
  2. drupt
  3. drupt
  4. druppen
  5. druppen
  6. druppen
o.v.t.
  1. drupte
  2. drupte
  3. drupte
  4. drupten
  5. drupten
  6. drupten
v.t.t.
  1. heb gedrupt
  2. hebt gedrupt
  3. heeft gedrupt
  4. hebben gedrupt
  5. hebben gedrupt
  6. hebben gedrupt
v.v.t.
  1. had gedrupt
  2. had gedrupt
  3. had gedrupt
  4. hadden gedrupt
  5. hadden gedrupt
  6. hadden gedrupt
o.t.t.t.
  1. zal druppen
  2. zult druppen
  3. zal druppen
  4. zullen druppen
  5. zullen druppen
  6. zullen druppen
o.v.t.t.
  1. zou druppen
  2. zou druppen
  3. zou druppen
  4. zouden druppen
  5. zouden druppen
  6. zouden druppen
diversen
  1. drup!
  2. drupt!
  3. gedrupt
  4. druppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for druppen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
droppa afdruipen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruppelen afdruipen; afdruppelen; dribbelen; dribbelen met de bal; in straaltjes afdruipen; sijpelen; uitdruipen; uitdruppelen; uitlekken; zich stil verwijderen
drypa afdruipen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruppelen afdruipen; dribbelen; dribbelen met de bal; zich stil verwijderen
röra till droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen bederven; stukmaken; verbroddelen; verklungelen; verknallen; verknoeien; verpesten; verzieken
smutsa ner droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen afgeven; bevlekken; doorelkaar liggen; smetten; vlekken
stöka till droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen doorelkaar liggen; troep maken

Wiktionary: druppen


Cross Translation:
FromToVia
druppen duggregna; dugga drizzle — to rain lightly